Internationaal

Internationale praktijkgroepen

23-03-2020

Slagingskans van een beroep op overmacht met coronavirus als grondslag

De spil van het bedrijfsleven wordt gevormd door de commerciële contracten die ondernemingen met elkaar en consumenten aangaan om diensten en producten te leveren. Hierbij is in het Nederlandse recht het uitgangspunt dat contractspartijen de uit het contract voortvloeiende verplichtingen aan elkaar dienen na te komen. Dit uitgangspunt lijkt vanzelfsprekend. Door de recente uitbraak van het coronavirus komen echter steeds meer ondernemingen in de problemen. Illustrerend zijn onder meer reisorganisaties, kinderdagverblijven en bedrijven die goederen leveren die afkomstig zijn uit China of andere landen waar een ‘lockdown’ plaatsvindt. Een aantal van deze ondernemingen probeert het staken van hun contractuele verplichtingen te rechtvaardigen met een beroep op overmacht. In dit artikel gaan wij in op de slagingskans van een beroep op overmacht met het coronavirus als grondslag.

Uitleg van overmacht
Overmacht (ook wel “force majeure” genoemd) ziet op gebeurtenissen buiten de controle van partijen die het nakomen van contractuele verplichtingen onmogelijk maken. Het verschil met wanprestatie is dat bij overmacht deze tekortkoming niet kan worden toegerekend aan de partij die tekortkomt. Of een onderneming een succesvol beroep kan doen op overmacht, hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval.

Op grond van de wet is het mogelijk om de wettelijke bepaling ter zake overmacht in een overeenkomst te beperken of uit te breiden. In de praktijk wordt dit bewerkstelligd door in overeenkomsten of algemene voorwaarden een definitie van overmacht op te nemen. In een dergelijke definitie kunnen partijen bijvoorbeeld situaties opnemen die worden aangemerkt als overmacht, zoals stakingen, oorlogen, natuurrampen of epidemieën. Hierdoor wordt de wettelijke bepaling uitgebreid of verduidelijkt. Ter beperking van de strekking van de wettelijke bepaling betreffende overmacht kunnen garanties worden opgenomen in de overeenkomst. Door een contractuele garantie neemt de schuldenaar het gegarandeerde feit voor zijn risico en kan hij dus ten aanzien van dat punt geen beroep meer doen op overmacht. Het hangt dus van de formulering van de overeenkomst of de algemene voorwaarden af of het coronavirus al dan niet kwalificeert als overmacht.

Overmacht in geval van het coronavirus?
Zoals aangegeven zal de slagingskans van een beroep op overmacht onder andere afhangen van alle concrete omstandigheden van het geval én de specifieke bepalingen van de desbetreffende overeenkomst. Het is namelijk mogelijk dat partijen het niet-nakomen van contractuele verplichtingen door het uitbreken van een epidemie als overmacht hebben bestempeld. Indien er geen overmachtsclausule is overeengekomen, zal de partij die een beroep wil doen op overmacht zich moeten wenden tot andere aanknopingspunten. Twee belangrijke aanknopingspunten willen wij hier graag benoemen.

Deze aanknopingspunten zijn algemeen. Per geval zullen door de rechter alle concrete omstandigheden van het geval worden meegenomen. Daarbij kan worden voorgesteld dat een beroep op overmacht door een strenge maatregel van de overheid, die bijvoorbeeld de levering van producten uit een bepaald gebied verbiedt of een inreisverbod introduceert, een grotere succeskans heeft dan de niet-nakoming door ziekte van personeel. Een dergelijke overheidsmaatregel leidt immers tot een absolute onmogelijkheid in de nakoming. Daarnaast zal in de beoordeling van belang zijn of de onderneming nog alternatieve mogelijkheden heeft om de verplichtingen uit het contract na te leven, desnoods onder voor de onderneming minder gunstige voorwaarden.

Gevolgen van overmacht
Van een onderneming die een geslaagd beroep op overmacht doet, kan in beginsel geen nakoming worden gevraagd. Belangrijk voor de onderneming hierbij is dat hij ook niet kan worden verplicht tot een betaling van een schadevergoeding, aangezien de tekortkoming in de nakoming hem niet kan worden toegerekend. Andere gevolgen van een geslaagd beroep op overmacht kunnen zijn de verplichting tot heronderhandeling, het recht op opschorting van de contractuele verplichting en het recht de overeenkomst te ontbinden. Dit hangt echter af van wat partijen zijn overeengekomen. Overigens is belangrijk dat het inroepen vaneen opschortingsrecht het nakomen van de contractuele verplichtingen slechts opschort tot het moment dat de overmachtssituatie ophoudt, maar de schuldenaar in beginsel niet ontslaat van zijn contractuele verplichtingen. Daarvoor is in beginsel ontbinding van de overeenkomst vereist.

Conclusie
Omdat er vanzelfsprekend nog geen specifieke Nederlandse rechtspraak is over het coronavirus en overmacht, kan nog niet worden voorspeld hoe de bestaande aanknopingspunten in de praktijk zullen worden gehanteerd. De rechter zal per geval de eventuele overmachtsclausule en alle omstandigheden van het geval moeten meewegen. Wel menen wij, in het licht van hetgeen hiervoor is besproken, dat in bepaalde gevallen een beroep op overmacht wegens het coronavirus gerechtvaardigd kan zijn, in het bijzonder indien door overheidsmaatregelen de nakoming onmogelijk is. Met een specifieke clausule in het contract waarin het uitbreken van een epidemie als overmacht wordt aangemerkt, zal de onderneming het sterkst staan. Bij gebrek aan een dergelijke clausule zal de onderneming zich moeten beroepen op de genoemde aanknopingspunten en de specifieke omstandigheden van het geval.
In dit licht strekt het wellicht tot aanbeveling dat ondernemingen in toekomstige overeenkomsten een clausule opnemen waarin het uitbreken van een epidemie expliciet als een overmachtssituatie wordt aangemerkt.

Tot slot
Indien wij behulpzaam kunnen zijn of indien u naar aanleiding van het bovenstaande vragen heeft dan kunt u contact opnemen met Philip ter Burg, Simone Gorissen of één van onze andere specialisten.

Key contacts

Philip ter Burg

Partner | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4828

Volg ons!
Subscribe newsletter LinkedIn

Gerelateerd nieuws