Internationaal

Internationale praktijkgroepen

26-11-2015

De wet bestuur en toezicht rechtspersonen

Naar verwachting zal in 2016 de nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden opgenomen. Het wetsvoorstel hiertoe uniformeert voor alle rechtspersonen de regels voor taakvervulling door bestuurders en toezichthouders en de regels voor aansprakelijkheid in geval van onbehoorlijke taakvervulling. Als gevolg daarvan zal (onder meer) het aansprakelijkheidsregime voor bestuurders en toezichthouders bij verenigingen en stichtingen worden verscherpt. Reden hiertoe vormen met name de incidenten van de afgelopen jaren in de semipublieke sector (bij zorginstellingen, woningbouwcorporaties, et cetera). Het wetsvoorstel beoogt met name de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen te verbeteren en dergelijke incidenten te voorkomen. Hieronder in het kort de meest relevante wijzigingen op een rij.

Er komt een wettelijke grondslag voor de instelling van een toezichthoudend orgaan bij verenigingen en stichtingen (Raad van Toezicht). Op dit moment bevat het BW nog geen wettelijke grondslag voor de instelling van een toezichthoudend orgaan bij verenigingen of stichtingen;

  • De aansprakelijkheid van functionarissen van niet-commerciële* verenigingen en stichtingen wordt verruimd. Het gaat hierbij om bestuurders en toezichthouders die hun taak onbehoorlijk vervullen. In geval van faillissement kunnen zij dan (hoofdelijk) aansprakelijk zijn voor de daaruit voortvloeiende schade. Nu is het zo dat deze aansprakelijkheid alléén aan de orde is in geval van commerciële verenigingen of stichtingen. Het onderscheid tussen commercieel en niet-commercieel verdwijnt met dit wetsvoorstel;
  • Er komt een wettelijke regeling waarin is bepaald dat bestuurders en toezichthouders van verenigingen en stichtingen zich bij de vervulling van hun taak moeten richten naar het belang van de rechtspersoon en de met die rechtspersoon verbonden organisatie. In tegenstelling tot de NV's en BV's bestaat er op dit moment nog geen uitdrukkelijk norm waarnaar bestuurders en toezichthouders zich bij de vervulling van hun taak moeten richten;
  • In geval van een persoonlijk direct of indirect tegenstrijdig belang met de vereniging of stichting, dienen bestuurders en toezichthouders van verenigingen of stichtingen zich te onthouden van deelname aan beraadslaging en besluitvorming. Op dit moment geldt een dergelijke regeling alleen nog maar voor de NV's en BV's;
  • Ten slotte worden de ontslagmogelijkheden van stichtingsbestuurders verruimd. Dit houdt in dat een stichtingsbestuurder die het belang van de stichting (en de met die stichting verbonden organisatie) dermate schaadt dat het voortduren van zijn bestuurderschap in redelijkheid niet kan worden gevergd, op verzoek van een belanghebbende of het Openbaar Ministerie kan worden ontslagen. Deze regeling gaat ook gelden voor toezichthouders. Op dit moment zijn de (wettelijke) ontslagmogelijkheden voor stichtingsbestuurders beperkt(er) en voor toezichthouders ontbreken (wettelijke) ontslagmogelijkheden.

Kortom, het nieuwe wetsvoorstel brengt behoorlijk wat ‘verscherping' mee. Bestuurders en toezichthouders van verenigingen en stichtingen (commercieel én niet-commercieel) doen er dan ook goed aan om deze ontwikkelingen te volgen. Als het wetsvoorstel in werking treedt, is het raadzaam dat verenigingen en stichtingen ook hun statuten aanpassen en, indien aanwezig, huishoudelijke reglementen aanpassen of, indien nog niet aanwezig, opstellen. Heeft u vragen over het nieuwe wetsvoorstel of wilt u weten of uw statuten en/of huishoudelijke reglementen nog actueel zijn? Neemt u dan gerust contact met ons op.

*d.w.z. niet onderworpen aan heffing van vennootschapsbelasting.

Gerelateerd nieuws