Klaas van der Graaf
Partner | Advocaat
+31 (0)20 237 1101
Verordening Algemene Productveiligheid
De Verordening Algemene Productveiligheid (EU 2023/988) vervangt de oude richtlijn productveiligheid (2001/95) en is sinds 13 december 2024 van kracht. De Verordening bevat regels voor het aanbieden van consumentenproducten op de interne markt.
Verplichting veilige producten op de markt te brengen
De Verordening legt verplichtingen op aan verschillende partijen in de waardeketen. Zo bepaalt artikel 5 dat alleen veilige producten op de markt mogen worden gebracht. De beoordelingsaspecten van productveiligheid zijn uitgewerkt in artikel 6 en artikel 8 Verordening. Het vermoeden van conformiteit is neergelegd in artikel 7. De Verordening sluit daarmee grotendeels aan bij de oude productaansprakelijkheidsrichtlijn, zij het dat er ook de nodige – voor de praktijk relevante – wijzigingen bestaan, waarvan hieronder een niet-uitputtend overzicht volgt.
Belangrijkste wijzigingen
Conclusie
Vanuit een praktisch perspectief bezien noopt de nieuwe Verordening ertoe te inventariseren en vast te stellen (1) of alle veiligheids- en informatieverplichtingen worden nagekomen en (2) wie daarvoor de verantwoordelijkheid draagt, waarbij aanbeveling verdient afspraken met ketenpartners tegen het licht te houden.
Productaansprakelijkheidsrichtlijn
Inleiding
Naast de Verordening is sinds 8 december 2024 ook de nieuwe Productaansprakelijkheidsrichtlijn (EU 2024/2853) van kracht, die op 6 december 2026 in werking treedt. Deze richtlijn vervangt de oude richtlijn van 1985 en bevat de kaders voor het vaststellen van aansprakelijkheid bij gebrekkige producten. Het systeem blijft hetzelfde: de consument moet bewijs leveren van het bestaan van een gebrek, schade en het causaal verband daartussen. Aansprakelijkheid wordt niet aangenomen als de gedaagde aannemelijk kan maken dat het gebrek niet bestond toen het product in het verkeer werd gebracht of niet kenbaar was op basis van de stand van de techniek. De nieuwe regeling geldt voor producten die op of na 9 december 2026, 24 maanden na inwerkingtreding, op de markt worden gebracht. Hieronder worden de basisbeginselen en belangrijkste wijzigingen besproken.
Basisbeginselen
De nieuwe richtlijn geldt voor alle bedrijven die producten op de EU-markt brengen, inclusief fabrikanten en bepaalde andere partijen. De richtlijn biedt een kader voor het vaststellen van aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door producten met gebreken. Een product wordt als gebrekkig beschouwd (1) als het niet het veiligheidsniveau biedt dat iemand mag verwachten, alle omstandigheden in aanmerking genomen, of (2) als het niet voldoet aan de Europese of nationale veiligheidswetgeving -een toevoeging onder de nieuwe richtlijn.
Belangrijkste wijzigingen
Conclusie
Hoewel de basisprincipes gelijk blijven, richt de nieuwe richtlijn zich ook op digitale ontwikkelingen, zoals software(updates), AI en de mogelijkheid van collectieve acties. De nieuwe richtlijn versterkt en verruimt daarbij de bewijspositie van eisers, en wil daarmee de weg voor consumenten naar schadeloosstelling bij gebrekkige producten verbeteren. Het onderkennen van de mogelijkheid van aansprakelijkheid in het kader van het afsluiten van verzekeringen en het in contracten met ketenpartners verdient aanbeveling.
Dit artikel is eerder verschenen op de website van
GCN General Councel Netherlands
Volg ons!
Aanmelden nieuwsbrief LinkedIn