Internationaal

Internationale praktijkgroepen

14-02-2019

Hoe bescherm ik mijn bedrijfsgeheimen? Een checklist voor in-house counsel

De Wet bescherming bedrijfsgeheimen ("WBB") is op 23 oktober 2018 in werking getreden. De komst van de WBB maakt het mogelijk om niet-openbaar gemaakte know-how en bedrijfsinformatie beter te beschermen. Maar om aanspraak te kunnen maken op de bescherming die de WBB biedt, moet aan bepaalde wettelijke voorwaarden worden voldaan. Aan de hand van de volgende stappen kunt u een eerste inschatting maken of sprake is van een te beschermen bedrijfsgeheim.

De voorvraag: houder van een bedrijfsgeheim?
Allereerst is van belang dat de WBB aan de houder van een bedrijfsgeheim rechtsmiddelen geeft om onrechtmatig gebruik van bedrijfsgeheimen tegen te gaan. Een houder van een bedrijfsgeheim is iedere natuurlijke- of rechtspersoon die rechtmatig over een bedrijfsgeheim beschikt. Dit kan de oorspronkelijke houder van een bedrijfsgeheim zijn maar ook een licentiehouder. Nadat u heeft vastgesteld dat u houder van een bedrijfsgeheim bent, kan onderstaand stappenplan worden doorlopen.

Stap 1: Is sprake van een bedrijfsgeheim?
Ingevolge de WBB kunnen bedrijfsgeheimen een breed scala aan informatie betreffen, bijvoorbeeld bedrijfsplannen, fabricagemethoden maar ook cliëntenlijsten en unieke HR-strategieën. Of iets een bedrijfsgeheim betreft, is afhankelijk van drie cumulatieve criteria:

  1. Ten eerste moet de informatie geheim zijn. Hiervoor is bepalend of personen binnen de kringen die zich gewoonlijk met de informatie bezig houden, eenvoudig toegang hebben tot de informatie. Alledaagse informatie, evenals de ervaring en vaardigheden die werknemers vergaren tijdens de normale uitoefening van hun functie, worden als gevolg van de WBB niet aangemerkt als geheime informatie en vallen daarom niet onder de definitie van bedrijfsgeheim.
  2. Ten tweede moet de informatie feitelijke of potentiële handelswaarde bezitten omdat zij geheim is. 
  3. En ten derde moet de houder van het bedrijfsgeheim redelijke maatregelen hebben getroffen om de informatie geheim te houden. Voor de hand ligt bijvoorbeeld het expliciet benoemen en registreren van bedrijfsgeheimen, het sluiten van geheimhoudingsovereenkomsten en het bewaken van het bedrijfsterrein.

Stap 2: Is sprake van een inbreuk?
Indien vaststaat dat sprake is van een bedrijfsgeheim in de zin van de WBB, dient men na te gaan of sprake is van een inbreuk (een onrechtmatigheid). Artikel 2 WBB bepaalt dat dit het geval is bij het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim. Voornoemd artikel geeft precies aan wat hieronder wordt verstaan. 

Telkens staat centraal dat de houder van het bedrijfsgeheim geen toestemming heeft gegeven. Bij onrechtmatige verkrijging kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het onbevoegd toe-eigenen of kopiëren van documenten waaruit een bedrijfsgeheim kan worden afgeleid. Het gebruik of openbaar maken van bedrijfsgeheimen is onder meer onrechtmatig wanneer een bedrijfsgeheim op onrechtmatige wijze is verkregen. Tot slot is sprake van onrechtmatigheid bij "weten of had moeten weten situaties". Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin een bedrijfsgeheim wordt verkregen van een persoon, van wie men wist of gezien de omstandigheden had moeten weten dat die persoon het bedrijfsgeheim op een onrechtmatige manier gebruikte of openbaar maakte. 

Stap 3: Is sprake van een rechtvaardigingsgrond? 
Artikel 3 WBB bepaalt dat verkrijging van bedrijfsgeheimen niet onrechtmatig is indien sprake is van verkrijging door middel van:

  • onafhankelijke ontdekking of onafhankelijk ontwerp; 
  • reverse engineering; 
  • uitoefening van het recht van werknemers of vertegenwoordigers daarvan op informatie en raadpleging in overeenstemming met het recht van de Europese Unie of met bepalingen bij of krachtens de wet of met nationale praktijken; en 
  • andere praktijken die gezien de omstandigheden in overeenstemming zijn met eerlijke handelspraktijken.

Ook wordt het verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van bedrijfsgeheimen dat op grond van het recht van de Europese Unie of bepalingen bij of krachtens de wet vereist of toegestaan is, niet als onrechtmatig beschouwd. 

Stap 4: Is sprake van een uitzondering?
Met het oog op grondrechten en misstanden zijn in artikel 4 WBB ten slotte enkele uitzonderingen opgenomen op grond waarvan de rechter een vordering of verzoek ingevolge de WBB kan afwijzen. Dit betreffen gevallen waarin het verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van bedrijfsgeheimen is gebaseerd op: 

  • vrijheid van meningsuiting;
  • klokkenluiden in het algemeen belang;
  • vakbonds- en ondernemingsraadactiviteiten; en 
  • rechtmatig belang beschermd door het recht. 

Tot slot: actie ondernemen
Wanneer u het stappenplan heeft doorlopen en de conclusie is dat u in aanmerking komt voor WBB-bescherming, kunt u naar de rechter stappen en een (voorlopige) maatregel vorderen/verzoeken en actie ondernemen tegen een (dreigende) schending van de WBB. 

De WBB geeft veelal een nadere duiding/invulling aan de maatregelen die voor de komst van de WBB reeds gevorderd/verzocht konden worden. Maar ook zijn er enkele extra maatregelen mogelijk wanneer u een beroep kunt doen op de WBB. Zo is het (in potentie) mogelijk om eerder een volledige (i.e.: werkelijke) proceskostenvergoeding toegewezen te krijgen in rechte. Verder zijn er tegelijkertijd met de komst van de WBB procesrechtelijke bepalingen geïntroduceerd in het wetboek van Rechtsvordering, ter waarborging van de vertrouwelijkheid van bedrijfsgeheimen tijdens gerechtelijke procedures. Deze bepalingen zijn alleen van toepassing op procedures die gaan over de WBB.

Indien u naar aanleiding van dit artikel vragen heeft, kunt u gerust contact met ons opnemen. 
 

Key contacts

Christel Prevoo

Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)20 237 1115

Key contacts

Christel Prevoo

Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)20 237 1115

Gerelateerd nieuws