Internationaal

Internationale praktijkgroepen

26-10-2021

Rechtbank Den Haag 26 oktober 2021 – ECLI:NL:RBDHA:2021:11713 (homologatie akkoord)

Uitspraak 53 is een op 27 oktober jl. gepubliceerd homologatievonnis van de Rechtbank Den Haag. Voor zover bekend, het eerste herstructureringsakkoord dat door deze rechtbank is gehomologeerd (het eerdere vonnis van 8 oktober jl. zag op de homologatie van een liquidatieakkoord).

In dit WHOA-traject waarin de schuldenaar is bijgestaan door Jacobine van den Dolder heeft de rechtbank twee keer eerder een uitspraak gedaan: (i) afkondiging van een afkoelingsperiode van drie maanden met de opheffing van één beslag en de ambtshalve aanwijzing van Christiaan Mensink als observator (ECLI:NL:RBDHA:2021:3227), (ii) verlenging van de afkoelingsperiode met twee maanden en een oordeel op een aspectenverzoek van de schuldenaar (ECLI:NL:RBDHA:2021:8121).

De schuldenaar heeft de schuldeisers onderverdeeld in zeven klassen: (i) Rabobank (preferent, uitkering 100%), (ii) evb-leveranciers (uitkering 100%), (iii) Belastingdienst (preferent, uitkering 8,2%), (iv) concurrente MKB-schuldeisers (uitkering 20%), (v) concurrente schuldeisers (uitkering 4,1%), (vi) concurrente schuldeiser – gelieerde partij (uitkering 0%, vrijwillige afboeking en (vii) concurrent – aandeelhouders (uitkering 0%, vrijwillige afboeking).

Van de 31 stemgerechtigde schuldeisers hebben er 30 voor het akkoord gestemd. Alleen in klasse 4 (de concurrente MKB-schuldeisers) heeft een van de zes stemgerechtigde schuldeisers gestemd en wel tegen het akkoord. Klasse 4 stemde daarmee tegen het akkoord, terwijl de andere klassen voor het akkoord hebben gestemd.

Het homologatieverzoek was dus ontvankelijk. Nu de zienswijze van de observator positief is, er volgens de rechtbank geen algemene afwijzingsgronden zijn en er geen stemgerechtigde schuldeiser is opgekomen, wordt het akkoord gehomologeerd door de rechtbank.

Het valt op dat daar waar de schuldenaar – getuige het eerdere aspectenverzoek – voornemens was om de concurrente vordering van de Rabobank anders te behandelen dan die van de overige concurrente schuldeisers, de concurrente vordering van de Rabobank nu “gewoon” is ingedeeld in klasse 5 (de concurrente schuldeisers). Interessant is ook dat de schuldenaar een TOA-krediet van EUR 100k heeft aangetrokken. Ook valt op dat de schuldenaar gekozen heeft voor een fixatie van de in het akkoord mee te nemen schuldvorderingen per 2 april 2021. Dat is de datum waarop de rechtbank de afkoelingsperiode heeft afgekondigd. Nieuwe verplichtingen ontstaan na 2 april 2021 zijn niet in het akkoord betrokken. De vraag is hier of niet juister was geweest op de fixatiedatum op 2 maart 2021 te zetten, de datum waarop de startverklaring is gedeponeerd.

Naar uitspraak 53

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200