Internationaal

Internationale praktijkgroepen

01-07-2021

Tijdelijk transparantere turboliquidatie!

Turboliquidatie
Op 28 juni jl. is het voorontwerp gepubliceerd van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie. Turboliquidatie is ontbinding (op eigen initiatief) van rechtspersonen zonder baten in de zin van artikel 2:19 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het eerste lid van dat artikel bepaalt dat een rechtspersoon wordt ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Dat is slechts anders bij een stichting: een stichting wordt ontbonden door een besluit van het bestuur, tenzij de statuten van de stichting anders bepalen. Het vierde lid van artikel 2:19 BW geeft vervolgens de essentie weer van de turboliquidatie: indien de rechtspersoon op het tijdstip van zijn ontbinding geen baten meer heeft, houdt hij op te bestaan. Het tijdstip van ontbinding valt samen met het tijdstip van de beëindiging van de rechtspersoon. Het bestuur moet de turboliquidatie melden bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

De aanleiding van het voorontwerp
De wetgever verwacht dat een aanzienlijk aantal ondernemers die getroffen zijn door de uitbraak van het COVID-19 virus op korte termijn hun onderneming willen beëindigen door middel van de turboliquidatie. Daarmee kunnen ondernemers voorkomen dat schulden verder oplopen en een faillissement onafwendbaar wordt. Deze verwachte toename in het gebruik van deze wijze van beëindiging van rechtspersonen brengt naar de opvatting van de wetgever (tijdelijk) een verhoogd risico mee op misbruik van turboliquidatie. De voorgestelde regeling is dan ook gericht op bescherming van de positie van schuldeisers, vergroting van transparantie en het tegengaan van misbruik. De wetgever wenst daardoor het vertrouwen in de turboliquidatie als wijze van beëindiging van ondernemingen te vergroten waardoor de regeling toegankelijker wordt voor ondernemers en het gebruik daarvan makkelijker wordt gemaakt.

De inhoud van het voorontwerp

Verantwoordings- en bekendmakingsverplichting
Het wetsvoorstel voorziet in een verantwoordings- en bekendmakingsverplichting voor het bestuur. Indien de rechtspersoon wordt beëindigd via een turboliquidatie dient het bestuur financiële verantwoording af te leggen door de volgende stukken bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel te deponeren:

  • een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden;
  • een schriftelijke opgave van redenen voor het ontbreken van baten op het tijdstip van ontbinding en, indien van toepassing, het onbetaald laten van schuldeisers;
  • een slotuitdelingslijst, indien voorafgaand aan de ontbinding van de rechtspersoon schuldeisers zijn voldaan in het kader van de afwikkeling van het vermogen van de rechtspersoon; en
  • de jaarrekeningen inzake de boekjaren die voorafgaan aan het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden, indien daarvoor een wettelijke plicht bestaat waaraan nog niet is voldaan, zo nodig inclusief een accountantsverklaring.

Het bestuur dient de schuldeisers van de ontbonden rechtspersoon meteen van deze deponering van stukken op de hoogte te stellen. Deze mededeling is vormvrij en het bestuur mag daarbij uitgaan van de contactgegevens van de schuldeisers zoals deze bij het bestuur bekend zijn. Schuldeisers die op de hoogte zijn gesteld van de deponering en na lezing van de gedeponeerde stukken menen dat misbruik wordt gemaakt van de turboliquidatie kunnen daartegen opkomen.

Civielrechtelijk bestuursverbod
Het wetsvoorstel introduceert ook een civielrechtelijk bestuursverbod voor (huidige en voormalige) bestuurders dan wel feitelijk leidinggevenden indien de rechtspersoon is ontbonden door een ontbindingsbesluit of een beschikking van de Kamer van Koophandel en gelijktijdig heeft opgehouden te bestaan terwijl een of meer schuldeisers geheel of gedeeltelijk niet zijn betaald. De rechtbank kan op verzoek van het Openbaar Ministerie een bestuursverbod (maximaal vijf jaar) opleggen in de volgende situaties:

  • wanneer ingeval van een turboliquidatie via een ontbindingsbesluit de bestuurder niet heeft voldaan aan de verantwoordings- en deponeringsverplichting; of
  • de bestuurder doelbewust namens de rechtspersoon handelingen heeft verricht of nagelaten, waardoor één of meer schuldeisers aanmerkelijk zijn benadeeld; of
  • in de twee daaraan voorafgaande jaren de bestuurder, hetzij als zodanig, hetzij als natuurlijke persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf, ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een beëindiging van een rechtspersoon via een turboliquidatie waarbij één of meer schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven, tenzij hem daarvan geen persoonlijk verwijt treft.

Indien het overlijden van de bestuurder een omstandigheid was die heeft geleid tot een beschikking van de Kamer van Koophandel tot ontbinding van de rechtspersoon, kan er geen bestuursverbod worden verzocht en opgelegd.

Economisch delict
Het niet-naleven van de verantwoordings- en deponeringsverplichting wordt als economisch delict strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten.  Daarbij is de maximumstraf zes maanden hechtenis en een geldboete van de vierde categorie (vanaf 1 januari 2020 tot op vandaag is dit EUR 21.750).

Verduidelijking artikel 2:23c BW
De wetgever maakt van de gelegenheid gebruik om artikel 2:23c BW te verduidelijken. In dat artikel is de procedure geregeld voor het geval waarin er na het tijdstip waarop de rechtspersoon is opgehouden te bestaan nog een schuldeiser of gerechtigde tot het saldo opkomt of indien er nog baten blijken te zijn. De rechtbank kan dan op verzoek van een belanghebbende de vereffening heropenen en zo nodig een vereffenaar benoemen. De voorgestelde aanpassing van dit artikel leidt ertoe dat deze procedure ook gevoerd kan worden indien een rechtspersoon via een turboliquidatie is opgehouden te bestaan en dat de rechtbank in dat geval vereffening kan gelasten met (eventueel) de benoeming van een vereffenaar. Deze toevoeging heeft een meer permanent karakter, want mocht de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie komen te vervallen, dan raakt dat deze toevoeging niet.

Tijdelijk karakter en overgangsrecht
Vanwege budgettaire redenen zijn de voorgestelde maatregelen vooralsnog van tijdelijke aard en gelden ze in beginsel twee jaar. De wet, zodra in werking getreden, is van toepassing op ontbindingen die na de inwerkingtreding en voor het verval van de wet hebben plaatsgevonden. Dat geldt ook voor het verzoek tot een bestuursverbod, met dien verstande dat de rechter slechts feiten en omstandigheden in aanmerking kan nemen die na de inwerkingtreding van de wet hebben plaatsgevonden.

Take away
Het wetsvoorstel moet ervoor zorgen dat het vertrouwen in het gebruik van de turboliquidatie toeneemt waardoor turboliquidatie toegankelijker wordt voor ondernemers. In het voorstel staan daarom maatregelen om de rechtsbescherming van schuldeisers bij turboliquidatie te verbeteren en misbruik tegen te gaan. Bestuurders die gebruik willen maken van de turboliquidatie worden verplicht om stukken bij het handelsregister te deponeren en moeten de betrokken schuldeisers daarvan op de hoogte stellen. Schuldeisers die menen dat misbruik wordt gemaakt van de turboliquidatie kunnen daartegen opkomen. Het niet-naleven van de deponeringsverplichting wordt strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten. Tot slot riskeren bestuurders die misbruik maken van de turboliquidatie een bestuursverbod voor maximaal vijf jaar.

Advies en begeleiding van BUREN kan u helpen bij de realisatie van en/of omgang met turboliquidaties. Meer weten? Neem gerust contact met ons op.

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Gerelateerd nieuws