Internationaal

Internationale praktijkgroepen

04-10-2019

Beoogd curatoren van Ruwaard van Puttenziekenhuis niet persoonlijk aansprakelijk

De Hoge Raad heeft vandaag, op 4 oktober 2019, uitspraken gedaan die van belang zijn voor de toekomst van de stille bewindvoering (prepack) in Nederland. In deze uitspraken heeft de Hoge Raad overwogen dat voor de maatstaf die geldt voor de persoonlijke aansprakelijkheid van een beoogd curator aansluiting moet worden gezocht bij de Maclou-norm. Dit betekent dat moet worden onderzocht of de beoogd curator heeft gehandeld zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende beoogd curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht.


Maclou-norm ook van toepassing tijdens stille bewindvoering
Voor de persoonlijke aansprakelijkheid van een curator die vóór de faillietverklaring is opgetreden als beoogd curator geldt de Maclou-norm, waarbij, in voorkomend geval, betekenis toekomt aan hetgeen de curator in de fase voorafgaand aan het faillissement als beoogd curator heeft gedaan en nagelaten en aan de kennis die hij in die hoedanigheid heeft verworven.

Stille bewindvoering en faillissement Ruwaard van Puttenziekenhuis
De achtergrond van deze uitspraken is de volgende. Het Ruwaard van Puttenziekenhuis (Ruwaard van Putten) is op 24 juni 2013 failliet verklaard met aanstelling van mr. M.J.H. Vermeeren en mr. Henri Bentfort van Valkenburg als curatoren. Aan dit faillissement is een zogenoemde pre-packprocedure (fase van stille bewindvoering) voorafgegaan. Daartoe heeft het bestuur van het Ruwaard van Putten op 5 juni 2013 de rechtbank verzocht een stille bewindvoerder aan te wijzen teneinde in relatieve rust en op voortvarende wijze een eventuele doorstart vanuit een faillissement voor te bereiden. De rechtbank heeft het verzoek dezelfde dag gehonoreerd, met de aanwijzing dat het doel van de pre-pack was het realiseren van een zo hoog mogelijke opbrengst ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers en het beperken van maatschappelijke schade. Vervolgens hebben mr. Martijn Vermeeren en mr. Henri Bentfort van Valkenburg als stille bewindvoerders hun werkzaamheden aangevangen.

Doorstart door Spijkenisse Medisch Centrum – aantal specialisten gaan niet mee
Tijdens de fase van stille bewindvoering is een doorstart vanuit faillissement verkend; er zijn gesprekken gevoerd met gegadigden en er is het nodige onderzoek verricht. Uiteindelijk is op faillissementsdatum, 24 juni 2013, overeenstemming bereikt met Spijkenisse Medisch Centrum B.V. (Spijkenisse Medisch Centrum) over een doorstart van het Ruwaard van Putten. Spijkenisse Medisch Centrum heeft echter aan een aantal medisch specialisten aangegeven geen gebruik te zullen maken van hun diensten. Bovendien hebben de curatoren aan alle medisch specialisten van het Ruwaard van Putten laten weten dat zij de lopende overeenkomsten tussen deze specialisten en het Ruwaard van Putten geen gestand wensen te doen.

Specialisten starten procedures tegen curatoren persoonlijk
Daarop is een aantal medisch specialisten procedures gestart tegen –onder meer - de curatoren in privé. De specialisten hebben in deze procedures gevorderd dat de curatoren persoonlijk worden veroordeeld tot betaling uit hoofde van onrechtmatige daad van ruim EUR 2,5 miljoen, bestaande in onder meer gederfde goodwill, gederfde inkomsten, pensioenschade, reputatieschade, bereddingskosten, etc. De specialisten stellen dat de curatoren jegens hen onrechtmatig hebben gehandeld, zowel gedurende de pre-packprocedure als daarna. Als gevolg daarvan heeft Spijkenisse Medisch Centrum zich de praktijken van deze specialisten om niet kunnen toe-eigenen, aldus de specialisten.

Rechtbank en Hof wijzen vorderingen van specialisten tegen curatoren persoonlijk af
De Rechtbank Rotterdam heeft overwogen deze vorderingen bij eindvonnis te zullen afwijzen (ECLI:NL:RBROT:2016:444 en ECLI:NL:RBROT:2016:447). Het tussentijds beroep van de specialisten tegen deze overweging is door het Hof Den Haag bij arrest verworpen (ECLI:NL:GHDHA:2017:3385 en ECLI:NL:GHDHA:2017:3386). Daarbij heeft het Hof overwogen dat voor de vaststelling van de aansprakelijkheid van de curatoren in prive als stille bewindvoerders ook gekeken kan worden naar de Maclou-norm, rekening houdend met de eigen taakuitoefening van de curatoren als stille bewindvoerders tijdens de stille bewindvoering. De Maclou-norm houdt in dat een curator behoort te handelen zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht. Het Hof heeft vervolgens in dat licht geoordeeld dat de curatoren niet persoonlijk aansprakelijk zijn.

Specialisten gaan in cassatie
In cassatie stellen de specialisten dat voor de vaststelling van de aansprakelijkheid van de curatoren in prive als stille bewindvoerders niet gekeken moet worden naar de Maclou-norm. Voor het optreden als stille bewindvoerders tijdens een stille bewindvoering geldt geen andere zorgvuldigheidsnorm dan die voor advocaten in het algemeen geldt, en niet de bijzondere aansprakelijkheidsnorm voor curatoren.

Hoge Raad oordeelt dat Maclou-norm ook geldt tijdens stille bewindvoering
De Hoge Raad overweegt in haar arresten (ECLI:NL:HR:2019:1492 en ECLI:NL:HR:2019:1494) dat bij gebreke van een wettelijke regeling de positie en de taken van een beoogd curator in de eerste plaats worden bepaald door de opdracht van de rechter die de beoogd curator aanwijst, en door de aanwijzingen van die rechter of van een daartoe aangewezen beoogd rechter-commissaris. Daarnaast komt volgens de Hoge Raad betekenis toe aan de Praktijkregels beoogd curator die zijn opgesteld door de Vereniging Insolventierecht Advocaten Insolad. Ten slotte is van belang dat de werkzaamheden van een beoogd curator dienen ter voorbereiding van een voortvarende en efficiënte afwikkeling van het nog uit te spreken faillissement van de schuldenaar. Een en ander brengt mee dat de beoogd curator – evenals de in art. 68 e.v. Fw bedoelde curator – zich moet laten leiden door de belangen van de gezamenlijke schuldeisers en daarbij ookrekening moet houden met maatschappelijke belangen, waaronder het belang van werkgelegenheid. De Hoge Raad overweegt ten slotte dat het daarom past dat voor de beoordeling van het handelen van een beoogd curator (een stille bewindvoerder) – ter beantwoording van de vraag of hij persoonlijk aansprakelijk is – past dat aansluiting wordt gezocht bij de Maclou-norm.

Indien u vragen of opmerkingen heeft naar aanleiding hiervan, dan kunt u uiteraard contact opnemen met ons.

Key contacts

Martijn Vermeeren

Managing Partner | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Volg ons!
Aanmelden nieuwsbrief LinkedIn

Gerelateerd nieuws