Internationaal

Internationale praktijkgroepen

28-10-2021

Homologatie WHOA-akkoord met vrijwel 100% draagvlak

De Rechtbank Den Haag heeft op 8 oktober jl. haar eerste homologatievonnis gewezen waarin zij een akkoord als bedoeld in de WHOA heeft gehomologeerd (ECLI:NL:RBDHA:2021:11006). Het akkoord betreft een liquidatieakkoord. De activa van de schuldenaar, waaronder octrooi- en merkrechten en deelnemingen, worden in het akkoord meegenomen.

De schuldenaar kende 533 schuldeisers (hoofdzakelijk crowdfunders). Van de 533 schuldeisers hebben slechts vier schuldeisers zich onthouden van stemming en hebben aanvankelijk vijf schuldeisers tegen het aangeboden akkoord gestemd. De uitslag van de stemming heeft ertoe geleid dat de schuldenaar met de tegenstemmende schuldeisers een minnelijke regeling heeft getroffen. Het draagvlak van de uitvoering van het WHOA-akkoord is hierdoor toegenomen tot vrijwel 100%.

De schuldenaar heeft op 9 juni jl. een zogenoemde startverklaring bij de griffie van de Rechtbank Den Haag gedeponeerd, waarmee haar WHOA-procedure is aangevangen. Op 24 juni jl. heeft zij vervolgens een crediteurenakkoord inclusief toelichting aangeboden aan haar schuldeisers. De schuldenaar kende 533 schuldeisers, waaronder 516 afzonderlijke investeerders (crowdfunders). De totale schuldenlast bedraagt € 2.365.411,94.

De schuldenaar heeft haar schuldeisers ten behoeve van de aanbieding van het akkoord ingedeeld in drie klassen, te weten: 

  • Klasse A: een zekerheidsgerechtigde schuldeiser;
  • Klasse B: de Belastingdienst (met twee vorderingen);
  • Klasse C: 531 concurrente schuldeisers.

De schuldenaar kan het aangeboden akkoord financieren door de verkoop van haar intellectuele eigendomsrechten. Het verkoopbedrag bestaat uit twee componenten: een bedrag ineens en een vast bedrag voor de producten die tot 31 december 2026 verkocht worden. 

Op grond van het aangeboden akkoord ontvangt de schuldeiser in klasse A 100% van zijn vordering. De concurrente schuldeisers in klasse C ontvangen 15,25% van hun vordering en de Belastingdienst in klasse B ontvangt het dubbele percentage van hetgeen de concurrente schuldeisers ontvangen, namelijk 30,50%. 

De 20% regel voor het MKB
Op grond van art. 374 lid 2 Fw dient de schuldenaar minimaal 20% van de vorderingen van haar mkb-schuldeisers onder het akkoord te voldoen. Aangezien de schuldenaar 15,25% aanbiedt aan haar concurrente schuldeisers, voldoet zij hier niet aan en dient zij een aparte klasse voor de mkb-schuldeisers in te richten. De schuldenaar heeft echter betoogt, dat gelet op de nabetaling uit de verkoop van de intellectuele eigendomsrechten, zij verwacht dat medio 2027 meer dan 20% van de vorderingen is uitgekeerd aan haar concurrente schuldeisers.

Het draagvlak onder de schuldeisers
Van de 533 schuldeisers hebben slechts vier schuldeisers zich onthouden van stemming en hebben vijf schuldeisers tegen het aangeboden akkoord gestemd.

De schuldenaar betwist de vorderingen van de vijf tegenstemmende schuldeisers. De uitslag van de stemming over het akkoord heeft geleid tot een nader minnelijk overleg tussen de schuldenaar en deze schuldeisers. Uiteindelijk is met deze schuldeisers een vaststellingsovereenkomst tegen finale kwijting gesloten.

Doordat alsnog een vaststellingsovereenkomst is gesloten met deze schuldeisers is de waarde van het akkoord positief gewijzigd. Het draagvlak van de uitvoering van het WHOA-akkoord is hierdoor namelijk toegenomen tot vrijwel 100%. Van de 533 schuldeisers hebben slechts vier schuldeisers niet gestemd. Dit betreffen vier crowdfunders met een totale vordering van € 19.055,21.

De schuldenaar geeft in haar homologatieverzoek aan dat met het WHOA-akkoord uiteindelijk een oplossing is gevonden voor het onafwendbare faillissement en er naar verwachting een einde komt aan langdurige procedures.

Homologatiegronden
De WHOA kent een aantal gronden op basis waarvan een verzoek tot homologatie van een akkoord kan worden afgewezen. Deze afwijzingsgronden bestaan uit algemene afwijzingsgronden en aanvullende afwijzingsgronden. 

De algemene afwijzingsgronden zien met name op de zuiverheid van het besluitvormingsproces. De rechtbank toetst ambtshalve of er sprake is van algemene afwijzingsgronden. De rechtbank acht geen algemene afwijzingsgronden aanwezig. 

Daarnaast kan de rechtbank op verzoek van een of meer (tegenstemmende) schuldeisers of aandeelhouders (die toebehoren tot een tegenstemmende klasse), het homologatieverzoek toetsen aan de aanvullende afwijzingsgronden. Aangezien geen van de schuldeisers bezwaar heeft gemaakt of een verzoek tot afwijzing heeft ingediend, komt de rechtbank Den Haag niet toe aan de aanvullende afwijzingsgronden. 

Aangezien de rechtbank in het onderhavige geval oordeelt dat er geen gronden zijn om het homologatieverzoek af te wijzen, homologeert de rechtbank het akkoord.

Afsluiting
De schuldenaar in kwestie kende een veelheid aan concurrente schuldeisers. Ondanks het feit dat deze concurrente (mkb-)schuldeisers met het akkoord - niet direct - minimaal 20% van hun vordering voldaan krijgen, is het draagvlak van dit WHOA-akkoord toch vrijwel 100%. Het is goed om te zien dat de praktijk de WHOA lijkt te omarmen. Dit homologatievonnis bevestigt het beeld dat de WHOA een waardevolle toevoeging is op de verschillende herstructureringsmogelijkheden. 

---
Deze tekst verscheen eerder als blog op Herstructurering & Recovery Online (HERO), HERO, Ashley Snel en Hannah de Waard 2021 / B-085
 

Key contacts

Hannah de Waard

Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Ashley Snel

Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Follow us!
Subscribe newsletter  LinkedIn

Gerelateerd nieuws