Internationaal

Internationale praktijkgroepen

04-05-2022

Omzet in referentieperiode vóór bedrijfsovername telt wél mee voor de TVL

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 3 mei 2022 in een zeer welkome uitspraak het beleid van RVO gecorrigeerd. Ondernemers die in of na 2019 een bedrijf hebben overgenomen stuitten op problemen bij het aanvragen van TVL. Bij een TVL-aanvraag 2021 dient een omzetvergelijking te worden gemaakt met de omzet in de referentieperiode. RVO neemt in deze gevallen steeds het standpunt in dat de omzet in de referentieperiode door een andere rechtspersoon (of bij grote ondernemingen binnen een andere groep) is gerealiseerd. Deze omzet wordt door RVO daarom niet meegeteld in de omzetvergelijking. In veel gevallen leidt dit tot afwijzing van de TVL aanvraag, zelfs als de overgenomen onderneming aantoonbaar meer dan 30% omzetverlies heeft geleden. Het CBb roept met haar uitspraak deze onredelijke en onwenselijke toepassing van de TVL-regels een halt toe.

In de voorliggende casus was sprake van een bedrijfsovername van een restaurant. Het restaurant is inclusief de bestaande overeenkomsten en vaste lasten overgenomen. De onderneming bevindt zich nog op hetzelfde vestigingsadres en verricht ook dezelfde bedrijfsactiviteiten als voor de overname. De kenmerkende eigenschappen van de onderneming zijn daarbij bewaard gebleven. Daarmee is de onderneming dezelfde – in artikel 1 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies bedoelde – eenheid gebleven. De TVL-aanvrager is daarmee een ondernemer die een bestaande onderneming in stand houdt. In de referentieperiode heeft het restaurant omzet als bedoeld in de TVL gedraaid, maar volgens RVO mag deze omzet niet worden meegeteld. Het CBb is het daar niet mee eens. RVO is volgens het CBb er ten onrechte aan voorbij gegaan dat de onderneming in de referentieperiode weldegelijk omzet heeft gedraaid. Dat de onderneming pas na de referentieperiode is overgenomen doet daar niet aan af. Indien de onderneming zou zijn overgenomen zonder wijziging van de rechtsvorm en dit niet zou hebben geleid tot een nieuwe inschrijving in het handelsregister, zou RVO ten behoeve van de omzetbepaling wel hebben gekeken naar de omzet van de onderneming in de oude rechtsvorm. Niet valt in te zien waarom de omzet in 2019 van de onderneming in de oude vorm niet representatief zou zijn voor de omzet van de onderneming in de nieuwe vorm.

De volledige uitspraak vindt u hier

Onze verwachting is dat deze uitspraak positieve gevolgen zal hebben voor de vele bezwaarprocedures die over dit onderwerp lopen.

Wij signaleerden al eerder dat uit de rechtspraak van het CBb volgt dat RVO, UWV of de Belastingdienst in bepaalde gevallen te star vasthouden aan de tekst van de regelgeving, zonder voldoende oog voor doel en strekking hiervan. Zie ons artikel: De 5 meest voorkomende geschillen bij de afwijzing van coronasteunmaatregelen. | Buren Legal Tax Notary

Onze advocaten en belastingadviseurs hebben de krachten gebundeld en hebben inmiddels diverse successen weten te boeken in bezwaar- en beroepsprocedures tegen afgewezen of teruggevorderde NOW, TVL en (voor de retailers) VGD. Daarnaast hebben wij al meerdere cliënten gered van een faillissement door goede betalingsregelingen, schuldsaneringsregelingen of crediteurenakkoorden overeen te komen. 

Meer weten of benieuwd of wij ook u kunnen helpen? Neem dan contact met ons op.

Key contacts

Stefan van Wijk

Partner | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Edwin van den Broek

Senior Associate | Belastingadviseur
Stuur mij een e-mail
+ 31 (0)70 318 4200

Hannah de Waard

Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Follow us! 
Subscribe newsletter LinkedIn

Gerelateerd nieuws