Internationaal

Internationale praktijkgroepen

21-09-2021

Rechtbank Amsterdam 21 december 2021 - ECLI:NL:RBAMS:2021:7533

Uitspraak 81 is een homologatievonnis van 21 december 2021 van de Rechtbank Amsterdam. De link naar de uitspraak tref je aan in de comments. De rechtbank heeft eerder de beslissing op het homologatieverzoek aangehouden om een prejudiciële vraag te stellen aan de Hoge Raad. De Hoge Raad werd gevraagd of vorderingen van een bedrijfstakpensioenfonds (achterstallige pensioenpremies) ex artikel 369 lid 4 Fw buiten de reikwijdte van de WHOA viel. Nog voordat de A-G bij de Hoge Raad concludeerde, heeft de schuldenaar echter verzocht om het homologatieverzoek verder te behandelen.

Van belang is dat er een vaststellingsovereenkomst is gesloten tussen de schuldenaar en het betreffende pensioenfonds, ingegeven door het feit dat het aangenomen akkoord niet kan wachten op het antwoord van de Hoge Raad. De bestuurder van de schuldenaar heeft zekerheid gesteld voor het door het pensioenfonds van de schuldenaar te vorderen bedrag, terwijl het pensioenfonds haar eerdere verzet en bezwaren tegen de homologatie voorwaardelijk heeft ingetrokken.

De schuldenaar heeft primair verzocht om een ten opzichte van het pensioenfonds gewijzigd akkoord gehomologeerd te krijgen, gelet op de preferentie van het werknemersdeel van de pensioenpremie, maar de rechtbank oordeelt dat de wet geen grondslag daarvoor biedt. Het subsidiaire verzoek om het oorspronkelijk akkoord wordt toegewezen, nu de rechtbank geen gronden ziet om dit homologatieverzoek af te wijzen.

Naar uitspraak 81

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200