Rechtbank Den Haag 11 januari 2022 - ECLI:NL:RBDHA:2022:111

Uitspraak 86 is een beschikking van 11 januari 2022 van de Rechtbank Den Haag waarbij een verzoek om verlenging van een afkoelingsperiode is afgewezen. De link naar de uitspraak tref je hieronder aan.

Hoewel de schuldenaar wel kan worden ontvangen is zijn of haar verzoek, nu de feiten en omstandigheden op basis waarvan eerder een afkoelingsperiode werd afgekondigd, zich niet (meer) voordoen. Bovendien lijkt het aangeboden akkoord feitelijk op een liquidatieakkoord (de enige asset die benut wordt in het aandeel van de schuldenaar in de woning waarvan hij mede-eigenaar is), terwijl geen gecontroleerde afwikkeling van de onderneming wordt beoogd, maar een voortzetting daarvan. Een meerwaarde bij het akkoord in het belang van de gezamenlijke schuldeisers wordt ook niet gezien, vooral niet nu het IMK heeft gerapporteerd dat de onderneming van de schuldenaar niet levensvatbaar is en dit rapport niet ter kennis van de Belastingdienst is gebracht.

Nu ook vragen rijzen over de realiteitswaarde van de door de schuldenaar gehanteerde prognoses, is een verdere voortzetting van de onderneming onder deze omstandigheden niet in het belang van de schuldeisers, zodat de rechtbank het verlengingsverzoek afwijst.

Naar uitspraak 86