Internationaal

Internationale praktijkgroepen

05-01-2022

Rechtbank Noord-Nederland 5 januari 2022 - ECLI:NL:RBNNE:2022:205

Daar zijn de eerste gepubliceerde uitspraken van 2022, maar we tellen gewoon door: uitspraken 84 en 85. Het betreffen beschikkingen van 5 januari 2022 van de Rechtbank Noord-Nederland waarbij in dezelfde besloten akkoordprocedure op verzoek van de schuldenaar respectievelijk een #herstructureringsdeskundige is aangewezen en een #afkoelingsperiode van vier maanden is afgekondigd.

Nadat de rechtbank oordeelt dat de schuldenaar zich bevindt in een “toestand van dreigende insolventie” en van de twee voorgestelde herstructureringsdeskundigen Wouter Cnossen “uitkiest” als aan te wijzen HD, geeft zij de aan te wijzen HD mee dat hij goed kijkt naar de relatie tussen de schuldenaar en de verhuurder, nu blijkt van een moeizame en door emotie gekleurde rechtsverhouding met de verhuurder, terwijl de positie van de verhuurder wellicht cruciaal is voor het slagen van een akkoord.

De verhuurder van de schuldenaar heeft het faillissement van de schuldenaar aangevraagd, maar dit verzoek is geschorst in verband met het verzoek tot het aanwijzen van een HD. Nu een HD is aangewezen, dient de rechtbank op grond van de wet een afkoelingsperiode af te kondigen. Dat doet de rechtbank dan ook. In het kader van de verzochte afkoelingsperiode heeft de verhuurder de rechtbank bij voorbaat verzocht om een aantal voorzieningen te treffen. Het eerste verzoek om de huurschulden niet verder te laten oplopen, wordt toegewezen, nu daartegen geen verweer wordt gevoerd en dit overigens ook voortvloeit uit de “toestand van dreigende insolventie. Het tweede verzoek om de voorbereidingstijd van het akkoord te begrenzen op twee maanden wordt afgewezen, nu de HD nog met zijn taak moet starten. Het derde verzoek om regelmatige updates wordt in die zin toegewezen dat de HD de rechtbank elke vier weken op de hoogte moet stellen over de voortgang van het traject. Het vierde verzoek om iedere andere voorziening te treffen die de rechtbank redelijk acht ter bescherming van de belangen van de schuldeisers wordt afgewezen, nu dit niet is geconcretiseerd en de rechtbank ook ambtshalve daar naast de toegewezen voorzieningen geen aanleiding toe ziet.

Naar uitspraak 84

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200