Rechtbank Oost-Brabant 17 september 2021 – ECLI:NL:RBOBR:2021:5058 (afkondiging afkoelingsperiode)

We komen aan bij uitspraak 44; een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant van 17 september jl. die vandaag, 23 september 2021, is gepubliceerd. De rechtbank kondigt op verzoek van de schuldenaar, een onderneming die elektrotechnische werkzaamheden verricht, een afkoelingsperiode af van twee maanden.

De schuldenaar stelt in de kern levensvatbaar te zijn, maar dat een akkoord nodig is om haar schuldenlast (waaronder Belastingdienst, opleiders van personeel, pensioenfonds en de leasemaatschappij) te saneren. Indien de leasebussen door de leasemij worden opgeëist, valt de onderneming stil, terwijl ook het pensioenfonds om het faillissement van de schuldenaar zou kunnen gaan verzoeken. Een afkoelingsperiode is nodig om de schuldenaar tegen deze en eventuele andere incassomaatregelen te beschermen. De schuldenaar kan dan aan haar akkoord gaan werken waarvan zij toezegt dat zij deze binnen twee maanden aan haar schuldeisers zal aanbieden.

De rechtbank stelt vast dat zij rechtsmacht heeft, dat er een startverklaring is gedeponeerd en dat de schuldenaar de toezegging heeft gedaan om binnen twee maanden een akkoord aan te bieden. Nu voorts (i) de noodzaak voor de afkoelingsperiode voldoende is onderbouwd, (ii) de belangen van de schuldeisers met de afkoelingsperiode zijn gediend (aannemelijk is dat het akkoord een beter resultaat oplevert voor de schuldeisers dan een faillissement en (iii) het aannemelijk is dat eventuele derden niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad door de afkoelingsperiode (de geprognosticeerde kasstroom laat zien dat de schuldenaar aan haar lopende verplichtingen kan blijven voldoen), kondigt de rechtbank de verzochte afkoelingsperiode van twee maanden af.

Naar uitspraak 44