Rechtbank Overijssel 16 juli 2021 – ECLI:NL:RBOVE:2021:2907 (afwijzen afkoelingsperiode)

Daar is uitspraak 33. Het is de eerste (gepubliceerde) uitspraak van de Rechtbank Overijssel van 16 juli jl. waarbij zij een verzoek om het afkondigen van een afkoelingsperiode en om het opheffen van gelegde (derden)beslagen afwijst. Uit de uitspraak leid ik af dat de schuldenaar geen (concrete) toezegging lijkt te doen een akkoord voor te bereiden; zij weet nog niet of het een herstructureringsakkoord of een liquidatieakkoord zal worden.

De rechtbank ontvangt haar echter wel in haar verzoeken, maar wijst deze af. Daarin is zij redelijk streng: (i) het is niet summierlijk gebleken dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers zijn gediend met een afkoelingsperiode (r.o. 3.6) en (ii) de afkoelingsperiode is ook niet noodzakelijk om de onderneming van de schuldenaar voort te zetten (r.o. 3.7.).

Fraai aan deze uitspraak is met name ook dat de rechtbank niet meegaat met het verzoek van de schuldenaar om de uitspraak gedurende het akkoordtraject niet openbaar te publiceren. Zij “acht het belang dat is gediend bij publicatie, in het bijzonder het bijdragen aan rechtsvorming, in gevallen als deze waarbij de wettelijke mogelijkheden nieuw zijn en de rechtbanken in eerste en enige aanleg beslissen, zeer groot. Nu de gepubliceerde uitspraak zal worden geanonimiseerd, waardoor zoveel mogelijk wordt voorkomen dat de eventuele verdere akkoordprocedure herleidbaar is tot verzoekster, weegt het belang van publicatie zwaarder dan het belang van verzoeker bij het achterwege laten daarvan.”

Naar uitspraak 33