Wijzigingen arbeidsrecht 2019

Het jaar 2019 is alweer volop in gang. Met het nieuwe jaar zijn er enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd binnen het arbeidsrecht. De wijzigingen zien op een breed scala van het arbeidsrecht.

Hieronder hebben wij de belangrijkste wijzigingen voor u op een rij gezet:

Maximum transitievergoeding

De hoogte van de transitievergoeding, die wordt bepaald op basis van het maandsalaris en het aantal halve dienstjaren dat een werknemer heeft gewerkt, is per 1 januari 2019 gemaximeerd op EUR 81.000. In 2018 bedroeg het maximum EUR 79.000 en in 2017 EUR 77.000. Overigens is de maximum transitievergoeding hoger als het jaarsalaris van de werknemer boven het maximum ligt. In dat geval geldt het jaarsalaris van de werknemer als maximum.

Extra geboorteverlof en adoptie & pleegzorgverlof

De partner van degene die is bevallen heeft per 1 januari 2019 recht op extra vrije dagen na de geboorte van hun kind. In plaats van twee dagen betaald kraamverlof, hebben de partners recht op eenmaal het aantal werkuren per week aan betaald geboorteverlof. Dit verlof kan na de geboorte gedurende een tijdvak van 4 weken worden opgenomen.

In 2020 wordt het geboorteverlof nog verder uitgebreid. Per 1 juli 2020 mogen partners in het eerste halfjaar na de geboorte nog vijf weken extra verlof opnemen. In die periode bestaat geen recht op loon van de werkgever maar wel recht op een uitkering van het UWV van 70 procent van het loon.

Verder hebben adoptieouders en pleegzorgouders per 1 januari 2019 recht op maximaal 6 weken verlof in plaats van maximaal 4 weken.

Vergoeding bij bedrijfsongeval

Per 1 januari 2019 kunnen naasten van een persoon die overlijdt of ernstig letsel oploopt, een vergoeding vorderen op grond van de Wet vergoeding affectieschade. Voor werkgevers is van belang dat dit ook kan bij een bedrijfsongeval, dus als een werknemer een ongeval overkomt in de uitoefening van diens werkzaamheden en de werkgever niet afdoende heeft gezorgd voor veilige werkomstandigheden. Wat betreft de aanspraak op vergoeding bestaat er een vaste kring van gerechtigden, namelijk: de partner van het slachtoffer, zijn/haar kinderen, ouders en eventueel andere personen waarmee een zorgrelatie in gezinsverband bestaat (zoals pleegkinderen). Het bedrag dat betaald moet worden ligt vast tussen de €12.500,- en €20.000,-. Deze vaste bedragen moeten commercialisering en een claimcultuur voorkomen.

Gesprek over beloningsverschillen met ondernemingsraden

Per 1 januari 2019 moet er door de ondernemer en de ondernemingsraad minstens één keer per jaar tijdens een overlegvergadering worden gesproken over de lonen en beloningsverschillen binnen de onderneming. Dit geldt voor ondernemingen met 100 en meer werknemers. Doel hiervan is om bewustzijn en transparantie over dit onderwerp binnen bedrijven te stimuleren.

Fiscale 30% regeling buitenlandse werknemer verkort

De 30% regeling houdt in dat werkgevers die werknemers in dienst nemen met een specifieke deskundigheid die niet of nauwelijks op de Nederlandse arbeidsmarkt te vinden is, 30% van het loon, inclusief vergoedingen, belastingvrij mogen verstrekken. De looptijd van de regeling is per 1 januari 2019 van 8 jaar teruggebracht naar 5 jaar. Wel geldt er overgangsrecht voor gevallen waarvoor de looptijd in 2019 of 2020 zou eindigen. Voor deze gevallen veranderen de voorwaarden van de 30% regeling niet.

De kleine-werkgeversregeling

Per 1 januari 2019 is de ‘kleine-werkgevers-regeling’ versoepeld. Deze overbruggingsregeling, die geldt tot 1 januari 2020, houdt in dat werkgevers met minder dan 25 werknemers die verkeren in een slechte financiële situatie bij bedrijfseconomisch ontslag het deel van het dienstverband van voor 1 mei 2013 niet mee hoeven te rekenen voor de transitievergoeding. Om hiervoor in aanmerking te komen dient de werkgever wel aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Door de wijzigingen die per 1 januari 2019 zijn doorgevoerd, komen werkgevers eerder voor de regeling in aanmerking. Zo is per 1 januari 2019 in nieuwe ontslagprocedures niet langer vereist dat er in elk van de drie boekjaren voor aanvang van de ontslagprocedure een verlies is geleden; er hoeft enkel sprake te zijn van een gemiddeld negatief resultaat over de laatste drie boekjaren. Ook hoeft geen sprake meer te zijn van een negatief eigen vermogen; vereist is slechts dat de waarde van het eigen vermogen van de onderneming niet hoger dan 15 procent van het totale vermogen van de onderneming was aan het einde van het voorgaande boekjaar.

Tot zover de belangrijkste arbeidsrechtelijke wijzigingen die per 1 januari 2019 in werking zijn getreden. Indien u vragen heeft of meer wil weten of een bepaald onderwerp, kunt u contact met ons opnemen.