Internationaal

Internationale praktijkgroepen

29-06-2020

Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020

Door de overheid zijn vanaf maart jl. verschillende maatregelen genomen die de liquiditeitsproblemen door de corona-crisis van ondernemingen moeten verlichten. U kunt alles over deze maatregelen en andere gerelateerde informatie lezen op onze Covid-19 Desk. Het is denkbaar dat door de corona-crisis opgelegde beperkende overheidsmaatregelen in de aankomende periode situaties gaan ontstaan waarin schuldeisers het faillissement van een schuldenaar zullen aanvragen of andere verhaalsacties zullen instellen.

Om de ongewenste gevolgen daarvan te voorkomen heeft de wetgever op 4 juni 2020 een voorontwerp “Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020” ter consultatie neergelegd. De consultatie is inmiddels gesloten. Het voorstel biedt een schuldenaar de mogelijkheid om de rechtbank te verzoeken de behandeling van een tegen hem ingediende faillissementsaanvraag aan te houden of verhaalacties van schuldeisers te schorsen als hij in liquiditeitsnood is gekomen doordat hij vanwege de beperkende maatregelen in het kader van de corona-crisis zijn bedrijfsvoering niet zoals gebruikelijk heeft kunnen voortzetten. Dit ‘moratorium’ geldt alleen voor de schuldeiser die het faillissement heeft aangevraagd. Niet is sprake van een algeheel moratorium.

De voorgestelde regeling ziet dus op een ondernemer die niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen omdat deze door de uitbraak van Covid-19 zijn onderneming niet zoals gebruikelijk heeft kunnen voortzetten en er vervolgens toe heeft geleid dat sprake is van liquiditeitsproblemen. Onder de voorgestelde regeling blijft wel als uitgangspunt gelden dat altijd een afweging plaats zal vinden door de rechter tussen de belangen van de schuldenaar bij een uitstel van betaling en die van de schuldeiser(s) bij het kunnen instellen van verhaalsacties.

Inhoud van het voorontwerp
Wat houdt deze concept regeling in? De belangrijkste maatregelen kunnen als volgt worden samengevat.

Verzoek tot aanhouding faillissementsaanvraag
Een ondernemer die geconfronteerd wordt met een tegen hem ingediende faillissementsaanvraag krijgt de mogelijkheid om de rechtbank te verzoeken de behandeling van deze faillissementsaanvraag aan te houden voor in beginsel twee maanden. Toewijzing van dit aanhoudingsverzoek heeft tot gevolg dat de schuldenaar een uitstel van betaling wordt gegund jegens de schuldeiser die de faillissementsaanvraag heeft ingediend.

De rechtbank zal – na summierlijke toetsing - de verzoeken alleen kunnen toekennen als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • de ondernemer kan zijn betalingsverplichtingen tijdelijk niet voldoen vanwege een gebrek aan liquide middelen;
  • deze liquiditeitsnood is hoofdzakelijk of uitsluitend ontstaan doordat de ondernemer vanwege de beperkende maatregelen die de overheid in verband met het corona-virus sinds 16 maart jl. heeft afgekondigd, zijn bedrijfsvoering niet (volledig) heeft kunnen voortzetten. Door de afkondiging van de maatregelen is sprake geweest van een omzetverlies van minstens 20%. De schuldenaar dient dit voldoende aan te tonen;
  • voor de afkondiging van de beperkende maatregelen was geen sprake van financiële problemen;
  • het bedrijf van de ondernemer heeft verdiencapaciteit en toekomstperspectief, en
  • de schuldeiser die de faillissementsaanvraag heeft ingediend, wordt met de aanhouding niet wezenlijk en onredelijk in zijn belangen geschaad.

Tijdens de aanhouding mag de schuldeiser die de faillissementsaanvraag heeft ingediend de overeenkomst met de schuldenaar niet beëindigen, opschorten of ontbinden als het verzuim reeds voor het verzoek om aanhouding is ontstaan. Ook het opeisen van goederen is niet zomaar mogelijk in deze fase en reeds gelegde beslagen vervallen indien de rechtbank dat bepaalt op verzoek van de schuldenaar.

De schuldenaar heeft de mogelijkheid om de rechtbank nog tweemaal te verzoeken de faillissementsaanvraag aan te houden met een termijn van ten hoogste twee maanden. Bij een verzoek tot verlenging van de aanhouding dient de rechter wederom te toetsen of is voldaan aan de hiervoor vermelde voorwaarden.

Schorsing / opheffing executiemaatregelen
Mochten een of meer schuldeisers tot beslaglegging overgaan of tot executie van een zekerheidsrecht of een beslag, dan kan de schuldenaar de voorzieningenrechter vragen om de executie te schorsen of het beslag op te heffen. Voor een beroep hierop is niet vereist dat er al sprake is van een aanhouding van een faillissementsaanvraag zoals hiervoor uiteen is gezet. Voor de toewijzing van dit verzoek gelden wel dezelfde voorwaarden als voor de toewijzing van een verzoek tot aanhouding van de behandeling van een faillissementsaanvraag.

De vordering tot schorsing van de executie geldt voor een termijn van ten hoogste twee maanden, die ten hoogste tweemaal kan worden verlengd met een termijn van ten hoogste twee maanden.

Consultatie
Het wetsvoorstel heeft vanaf 4 juni tot en met 11 juni 2020 ter consultatie gelegen. De reacties op het wetsvoorstel zijn inmiddels gepubliceerd. Het (aangepaste) wetsvoorstel zal nog door de Tweede en Eerste Kamer geleid moeten worden. Het voorontwerp stelt dat de wet in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en dat de wet vervalt op 1 oktober 2020. De verwachting is dat de wet op zeer korte termijn in werking zal treden.

Indien u vragen of opmerkingen heeft over dit onderwerp, dan kunt u uiteraard contact opnemen met ons.

Key contacts

Laurens Prickartz

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Ashley Snel

Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Follow us!
Subscribe newsletter  LinkedIn

Gerelateerd nieuws