Environmental (Milieu)
Er is en wordt steeds strengere belastingwetgeving opgelegd om investeringen in energie-intensieve en vervuilende bedrijven te ontmoedigen. Voorbeelden van thans geldende beperkende belastingen zijn:
- Vluchtbelasting;
- Energiebelasting; en
- Kolenbelasting.
ESG-gerelateerde belastingprikkels kunnen de business case voor milieu gerelateerde investeringen helpen verbeteren. Er zijn verschillende fiscale faciliteiten voor Nederlandse belastingplichtigen die investeren in bedrijfsmiddelen in het algemeen en meer specifiek in milieuvriendelijke investeringen en/of de ontwikkeling van immateriële vaste activa die door R&D zijn ontwikkeld. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste faciliteiten voor de Nederlandse vennootschapsbelasting en loonbelasting:
Investeringsaftrek
De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voorziet in belastingaftrek voor de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting in verband met de verwerving van een of meer nieuwe in aanmerking komende bedrijfsmiddelen. De KIA voorziet in de mogelijkheid om het bedrag van de gedane investeringen onder bepaalde voorwaarden af te trekken van de belastbare winst tot een bedrag van EUR 17.841 (in 2023).
De milieuinvesteringsaftrek (MIA voorziet in belastingaftrek bij de verwerving van een of meer nieuwe milieu verbeterende activa. De aftrek bedraagt doorgaans 45% van het bedrag van de investering, die moet zijn opgenomen in een door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gepubliceerde lijst, en vereist het doen van een aanvraag bij RVO.
Onder soortgelijke voorwaarden als die van de MIA is het mogelijk de willekeurige afschrijvingsregeling toe te passen op milieu- of energie verbeterende activa. Volgens deze regeling kunnen belastingplichtigen 75% van de investering in het in aanmerking komende activum willekeurig afschrijven. Naast de bovengenoemde stimulansen is er een tijdelijke stimulans waardoor belastingplichtigen 50% van de investeringen in de meeste activa die in 2023 worden aangekocht of gecreëerd, willekeurig kunnen afschrijven.
Innovatiebox
Nederlandse belastingplichtigen kunnen een "innovatieboxregeling" toepassen op kwalificerende winsten uit bepaalde zelf ontwikkelde immateriële vaste activa. Onder het innovatieboxregime worden winsten slechts voor 9/25,8 deel in de belastinggrondslag van een belastingplichtige opgenomen, hetgeen resulteert in een effectief belastingtarief van 9%.
In aanmerking komende winsten zijn voordelen uit in aanmerking komende zelf ontwikkelde immateriële vaste activa, vermenigvuldigd met een nexusratio. De nexus ratio bestaat uit 130% van de bedrijfskosten van de belastingplichtigen en de uitbestedingskosten van derden die zijn gemaakt in verband met de totstandkoming van het desbetreffende activum, gedeeld door alle kosten die zijn gemaakt in verband met de totstandkoming van de desbetreffende activa, met een maximum van 100%.
Voor kleine belastingplichtigen zijn in aanmerking komende activa immateriële vaste activa die zijn ontwikkeld door middel van activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (R&D) waarvoor een zogenaamde WBSO-beschikking is afgegeven.
Belastingplichtigen worden als klein beschouwd wanneer hun netto-groepsomzet minder dan EUR 250 miljoen bedraagt in het desbetreffende boekjaar en de vier voorgaande boekjaren samen, en de aan de immateriële activa ontleende voordelen minder dan 37,5 miljoen euro bedragen in het desbetreffende boekjaar en de vier voorgaande boekjaren samen. Voor grote belastingplichtigen zijn de in aanmerking komende activa immateriële vaste activa die zijn ontwikkeld door R&D-activiteiten die binnen het toepassingsgebied van bepaalde specifieke categorieën vallen.
Speur & Ontwikkelings-afdrachtsvermindering
Dankzij de Speur & Ontwikkelings (S&O) afdrachtsvermindering loonbelasting kunnen ondernemingen die S&O activiteiten verrichten, minder loonbelasting en sociale premies betalen dan zij inhouden op het loon van hun werknemers.
Het bedrag van de vermindering is beperkt tot het totale bedrag van de loonkosten en de sociale zekerheidsbijdragen. S&O-kosten kunnen zowel lonen als andere kosten in verband met zelf ontwikkelde innovatieve activa omvatten.
Om in aanmerking te komen voor de afdrachtsvermindering loonbelasting moeten ondernemingen een S&O-verklaring aanvragen bij de RVO. De S&O-verklaring wordt op verzoek afgegeven onder de volgende voorwaarden:
- de aanvraag bevat een omschrijving van het werk dat wordt aangemerkt als speur- en ontwikkelingswerk (bv. ontwikkeling van een product, productieproces, software of technisch onderzoek);
- de periode waarvoor de S&O-verklaring wordt verstrekt en het aantal naar verwachting benodigde te besteden uren;
- de aanvrager verricht technisch-wetenschappelijk onderzoek of ontwikkeld technisch nieuwe (onderdelen van) fysieke producten, (onderdelen van) fysieke productieprocessen, of (onderdelen van) programmatuur;
- de S&O-activiteiten worden binnen de EU verricht; en
- de S&O-verklaring wordt vooraf aangevraagd.
Bovendien is de verlening van de verklaring afhankelijk van de beschikbare middelen.
