Internationaal

Internationale praktijkgroepen

04-01-2016

Wet toezicht kredietunies vanaf 1 januari 2016 van kracht geworden

De Wet toezicht kredietunies ("Wtk") is vanaf 1 januari 2016 van kracht geworden. De Wtk is opgenomen in bepalingen van de Wet op het financieel toezicht ("Wft") en enkele andere wetten.

Kredietunies voorzien voor met name het midden- en kleinbedrijf, in de behoefte aan financiering en vullen de ruimte waar banken dikwijls geen krediet verlenen. In een kredietunie verenigen ondernemers zich om elkaar geld te kunnen lenen. Kredietunies zijn meestal coöperatieve verenigingen met een uitgesloten aansprakelijkheid die hun bedrijf maken van het aantrekken van gelden van hun leden om vervolgens aan diezelfde leden voor eigen risico kredietuitzettingen te verrichten.

Aangezien een kredietunie opvorderbare gelden aantrekt van het publiek en deze op eigen naam uitzet, kwalificeerde de kredietunie als "bank" in de zin van de Wft. Hierdoor mocht een kredietunie niet haar werkzaamheden verrichten zonder een bankvergunning van De Nederlandsche Bank N.V. ("DNB"). Een op de kredietunie toegesneden wettelijke regeling bestond tot op heden nog niet.

Door de invoering van de Wtk per 1 januari 2016 is in deze wettelijke leemte voorzien. Door de Wtk wordt in art. 1:1 Wft de volgende definitie van ‘kredietunie' opgenomen: "een coöperatie waarvan de leden op grond van hun beroep of bedrijf zijn toegelaten tot het lidmaatschap van de coöperatie die haar bedrijf maakt van: a. het bij haar leden aantrekken van opvorderbare gelden; en b. het voor eigen rekening verrichten van kredietuitzettingen aan haar leden ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsuitoefening van die leden."

Ook wordt de kredietunie uitgesloten van de definitie van ‘bank', waardoor de kredietunie niet wordt aangemerkt als een bank in de zin van de Wft. Voor andere bedrijfswerkzaamheden waarvoor een vergunningplicht op grond van de Wft geldt (zoals het beheren van een beleggingsinstelling), dient de kredietunie te beschikken over een door de bevoegde toezichthouder verleende vergunning, tenzij een vrijstelling van toepassing is.

In de Wft is ook een nieuwe afdeling toegevoegd die ziet op het uitoefenen van het bedrijf van kredietunie (afdeling 2.2.4D). Artikel 2:54o Wft introduceert een verbod voor een ieder met zetel in Nederland om zonder een vergunning van de DNB het bedrijf van kredietunie uit te oefenen. Aan een vergunning is geen Europees paspoort verbonden, waardoor alleen in Nederland het bedrijf van kredietunie mag worden verricht op grond van de verleende vergunning. Artikel 2:54p Wft bepaalt dat de DNB op aanvraag een vergunning kan verlenen, mits de aanvrager aantoont dat hij voldoet aan een aantal prudentiële regels.

Ook de Vrijstellingsregeling Wft is door de Wtk gewijzigd. Op grond van deze wijziging worden de kleinste kredietunies met een totaal aan aangetrokken opvorderbare gelden van minder dan EUR 10 miljoen vrijgesteld van de vergunningsplicht van artikel 2:54o Wft. Voorwaarde is wel dat deze kredietunies op hun websites, in reclame-uitingen en in documenten over hun bedrijfsactiviteiten vermelden dat zij niet vergunningsplichtig zijn en niet onder het toezicht van DNB of de AFM staan.

Tenslotte is er ook een bovengrens geïntroduceerd voor de omvang van het door kredietunies beheerde vermogen en aantal leden. In de Uitvoeringsregeling Wft is artikel 20j toegevoegd, op grond waarvan een kredietunie een maximaal bedrag aan aangetrokken opvorderbare gelden van EUR 100 miljoen mag hebben en een maximaal aantal leden van 25.000. Kredietunies die één of beide van deze drempelwaarden overschrijden, dienen alsnog over een bankvergunning zoals bedoeld in artikel 2:11 Wft te beschikken.

Wilt u meer weten over de Wet toezicht kredietunies en/of de voor kredietunies geldende wettelijke voorschriften, neem dan contact met ons op.

 

Gerelateerd nieuws