Maakt de werknemer met terugwerkende kracht aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding bij arbeidsduurvermindering na ziekte?

Inleiding
De Hoge Raad oordeelde op 14 september 2018 dat een werknemer in bijzondere gevallen, zoals langdurige arbeidsongeschiktheid, aanspraak kan maken op een gedeeltelijke transitievergoeding als de arbeidsurenomvang wordt verminderd na twee jaar ziekte. In dat geval ging het om een werknemer die na twee jaar ziekte een gedeeltelijke WIA-uitkering ontving en dezelfde functie bleef verrichten voor substantieel en structureel minder uren.

Veel werkgevers vragen zich nu af of dit ook voor de oude ziektegevallen zou gelden. Kan de werknemer met terugwerkende kracht een beroep doen op deze uitspraak van de Hoge Raad? Volgens de wet geldt er namelijk een vervaltermijn van drie maanden voor het opeisen van de wettelijke transitievergoeding. De Kantonrechter te Limburg is echter van mening dat de wettelijke vervaltermijn van drie maanden niet opgaat in een dergelijke situatie.

Uitspraak Rechtbank Limburg
Onlangs oordeelde de kantonrechter te Limburg op 11 april 2019 dat de werkgever alsnog verplicht is tot betaling van de gedeeltelijke transitievergoeding.

In dit geval ging het om een werknemer die na twee jaar ziekte in aanmerking kwam voor een gedeeltelijke WIA-uitkering vanaf 25 april 2017 en als gevolg daarvan minder ging werken in overleg met de werkgever. De werknemer heeft vervolgens naar aanleiding van bovengenoemd arrest van de Hoge Raad op 12 december 2018 een verzoek tot betaling van de gedeeltelijke transitievergoeding ingediend bij de kantonrechter te Limburg.

De kantonrechter geeft aan dat een beroep op de wettelijke vervaltermijn van drie maanden onder deze omstandigheden niet redelijk en billijk zou zijn en partijen gingen er destijds niet vanuit dat er sprake was van een volledig einde van het dienstverband. Het is daarbij niet de bedoeling dat de werkgever in een betere positie zou verkeren, terwijl de werknemer - buiten zijn schuld -geconfronteerd wordt met een inkomensachteruitgang. Bovendien kan de werkgever binnenkort aanspraak maken op een vergoeding van de transitievergoeding ingevolge de Wet compensatie transitievergoeding. Tot slot is de werknemer al op leeftijd en ruim 37 jaar in dienst bij de werkgever.

Wat betekent dit nu voor de werkgever?
Tot op heden is er slechts één uitspraak van een lagere rechter verschenen op dit gebied. Het is dus nog de vraag of het standpunt van de kantonrechter te Limburg omtrent de wettelijke vervaltermijn en de aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding met terugwerkende kracht, ook door andere kantonrechters, hoven en de Hoge Raad wordt gesteund.

Desondanks zal de werkgever er rekening mee moeten houden dat er nu ongetwijfeld meer zieke werknemers zich zullen gaan melden en dat er steeds per geval moet worden beoordeeld of de werkgever (al dan niet vrijwillig) over zal moeten gaan tot betaling van de gedeeltelijke transitievergoeding.