Ruud Brunninkhuis
Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200
19-11-2021
Video | Ruud Brunninkhuis gaat in op vijf belangrijke arresten van de Hoge Raad op het gebied van het insolventierecht
Voor de rubriek Legalflix van de Academie van de Rechtspraak (AvdR) gaat Ruud Brunninkhuis, advocaat bij BUREN, in een vijftal video’s van maximaal tien minuten in op vijf belangrijke arresten van de Hoge Raad op het gebied van het insolventierecht. Hieronder vindt u, naast een korte beschrijving van deze uitspraken, de links naar de video’s (Vimeo).
1. Faillissement en (lopende) procedures
In de eerste video bespreekt Ruud het arrest van de Hoge Raad van 18 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:2100). De Hoge Raad geeft in dit arrest duidelijkheid aan de praktijk over de werking van de schorsingsregeling van artikel 29 Fw in de situatie waarbij op het tijdstip van faillietverklaring al een uitspraak in een gerechtelijke procedure is gedaan en ná faillietverklaring nog een rechtsmiddel wordt ingesteld tegen die uitspraak.
2. Welke vorderingen zijn verifieerbaar?
Het Credit Suisse/Jongepier q.q. arrest van de Hoge Raad van 23 maart 2018 (ECLI:NL:HR:2018:424) komt in deze video aan bod. De Hoge Raad scherpt in dit arrest het criterium aan dat eerder in het arrest Koot Beheer/Tideman q.q. werd gegeven, aan de hand waarvan wordt bepaald welke na de faillietverklaring ontstane vorderingen verifieerbaar zijn.
3. De maatstaf voor persoonlijke aansprakelijkheid van een beoogd curator
In de derde video gaat Ruud in op de arresten waarin de Hoge Raad een maatstaf vaststelt voor de persoonlijke aansprakelijkheid van een beoogd curator/stille bewindvoerder. De Hoge Raad overweegt in deze arresten (ECLI:NL:HR:2019:1492 en ECLI:NL:HR:2019:1494) dat, bij gebrek aan een wettelijke regeling over de stille voorbereidingsfase (prepack), voor de positie en taak van de beoogd curator betekenis toekomt aan de aanwijzingen van de rechter of beoogd rechter-commissaris en de INSOLAD Praktijkregels beoogd curator. Daarnaast is van belang dat een beoogd curator wordt aangesteld om het faillissement voor te bereiden. Dit brengt met zich dat hij zich moet laten leiden door de belangen van de gezamenlijke schuldeisers en rekening moet houden met maatschappelijke belangen. Nu de taak van de beoogd curator overeenkomt met die van de ‘gewone’ curator, dient voor de beoordeling van zijn aansprakelijkheid aangesloten te worden bij de Maclou-norm.
4. Erkenning van een faillissement en strijd met de openbare orde
Ruud gaat in deze video in op een van de Yukos-arresten. In dit Yukos-arrest (ECLI:NL:HR:2019:54) oordeelt de Hoge Raad dat erkenning inderdaad mag worden geweigerd wegens strijd met de openbare orde. Zelfs indien de faillietverklaring zelf de toets van de openbare orde nog zou kunnen doorstaan, dan nog kan erkenning worden geweigerd op grond van eerdere gebeurtenissen. Deze openbare-orde-exceptie kent geen "verzwakte werking": ook aan handelingen die zijn verricht na het faillissements-vonnis dat in strijd is met de openbare orde, en daarop hebben voortgebouwd, maar vóór de weigering door de Nederlandse rechter om het vonnis te erkennen, kunnen geen gevolgen worden toegekend.
5. Faillissementsgijzeling
In deze video gaat Ruud in op een arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2021:102) waarin de Hoge Raad – in het kader van een cassatie in het belang der wet – antwoord geeft op een aantal in de praktijk levende vragen ten aanzien van de faillissementsgijzeling. De Hoge Raad maakt duidelijk dat het mogelijk is het bevel tot faillissementsgijzeling (onder het stellen van voorwaarden) te schorsen, ook al voorziet de Faillissementswet daar niet uitdrukkelijk in. Ook oordeelt de Hoge Raad dat de termijn waarvoor het bevel tot faillissementsgijzeling is gegeven tijdens de schorsing niet doorloopt. Dat maakt wel dat de Hoge Raad in dit arrest een drietal processuele waarborgen formuleert.
