Internationaal

Internationale praktijkgroepen

09-03-2016

Het bezichtigingsbeding: het houdt de gemoederen bezig

Sinds invoering van de nieuwe veilingwetgeving bestaat voor hypotheekhouders die tot executieveiling van een woning overgaan een ‘bezichtigingsrecht'. Dit houdt in dat de eigenaar en gebruikers van een woning moeten dulden dat belangstellenden voor de veiling de woning mogen bezichtigen. Vóór 2015 was dat alleen mogelijk door het ‘beheerbeding' in te roepen, waarvoor rechterlijke machtiging nodig was.

Als de eigenaar en gebruikers van de woning niet meewerken, kan de hypotheeknemer met hulp van de sterke arm de bezichtiging laten plaatsvinden, zo blijkt uit de wet. Hoewel rechterlijke machtiging hiervoor niet nodig is, vraagt de hypotheeknemer in de praktijk vaak wel machtiging aan de rechter om gebruik te maken van deze bevoegdheid. Uit de rechtspraak blijkt dat rechters hiermee verschillend omgaan. Soms wordt de machtiging zonder meer verleend. Soms wordt machtiging verleend, in die zin dat bepaald wordt dat de eigenaar en iedere gebruiker verplicht is aan belangstellenden de gelegenheid te geven tot bezichtigingen, zo nodig met hulp van de sterke arm. En onlangs werd een verzoek afgewezen, door de Rechtbank Midden-Nederland. Zij overwoog dat de wetgever heeft beoogd zonder tussenkomst van de rechter bezichtigingen af te dwingen. Daarom biedt de bepaling op grond waarvan de bezichtiging door de eigenaar en gebruikers van de woning moet worden toegestaan geen zelfstandige rechtsingang.

Wel voegt de rechter daaraan toe dat artikel 3:267a Burgerlijk Wetboek naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen bevoegdheid oplevert voor de hypotheeknemer en/of belangstellenden om de woning zonder toestemming van de bewoner te betreden. Indien de eigenaar weigert mee te werken aan een bezichtiging moet de hypotheeknemer andere wegen bewandelen. Deze voorzieningenrechter noemt hiervoor de volgende opties. Zo zou de hypotheeknemer samen met de politie, die daartoe door de burgermeester wordt gemachtigd op grond van de Algemene wet op het binnentreden, bezichtiging mogelijk kunnen maken. Ook zou bezichtiging mogelijk zijn nadat een machtiging van de voorzieningenrechter tot inbeheerneming (art. 3:267 BW) is verkregen. Ten slotte wordt de mogelijkheid genoemd om in kort geding te vorderen dat de eigenaar wordt veroordeeld tot nakoming van de verplichting bezichtigingen te dulden, bijvoorbeeld op straffe van verbeurte van een dwangsom.

De ene route is tijdrovender en kostbaarder dan de andere route. Met deze uitspraak zijn de routes die bewandeld kunnen worden weer toegenomen. Welke route de juiste is, lijkt per rechtbank te verschillen.

 

(Rechtbank Midden-Nederland 9 maart 2016, http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2016:1440)

Key contacts

Kirsten Prick

Partner | Kandidaat-notaris
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Key contacts

Kirsten Prick

Partner | Kandidaat-notaris
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Gerelateerd nieuws