WHOA-traject ADO Den Haag – Verlenging afkoelingsperiode en een tweede verzoek om paulianabescherming

In het WHOA-traject van de voetbalclub ADO Den Haag, heeft de Rechtbank Den Haag op 3 september jl. (ECLI:NL:RBDHA:2021:9779) op verzoek van de herstructureringsdeskundige Jeroen Reiziger de afkoelingsperiode met drie maanden tot 1 november a.s. verlengd. De rechtbank heeft een verzoek van ADO Den Haag om machtiging – zoals bedoeld in artikel 42a Fw (paulianabescherming) – voor het aangaan van een kredietovereenkomst met de gemeente Den Haag echter afgewezen. Wij gaan in dit blog in op deze oordelen en op de huidige situatie bij ADO Den Haag.

Verlenging afkoelingsperiode
De herstructureringsdeskundige heeft op 27 juli jl. de rechtbank verzocht om de afkoelingsperiode met vier maanden te verlengen (tot 1 december 2021). Dat was voor de uiterste termijn van 1 augustus van de initiële afkoelingsperiode, zodat de herstructureringsdeskundige in zijn verzoek kon worden ontvangen. Toewijzing van dit verlengingsverzoek zou betekenen dat in beginsel elke bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen van ADO Den Haag of tot opeising daarvan niet zou kunnen worden uitgeoefend tot 1 december 2021. Effect van een verlenging is bovendien dat behandeling van een verzoek tot verlening van een surseance van betaling, een eigen aangifte van faillissement of een faillissementsverzoek gedurende deze periode wordt geschorst en beslagen op verzoek van ADO Den Haag of de herstructureringsdeskundige kunnen worden opgeheven.

De herstructureringsdeskundige stelt dat een langere afkoelingsperiode dan initieel verleend nodig is, omdat de onderhandelingen met een potentiële investeerder stuk zijn gelopen. Hij beargumenteert voorts dat het in het belang is van de schuldeisers dat een akkoord wordt bereikt, omdat ADO Den Haag in de kern een levensvatbare onderneming is en waarde van de voetbalclub bij een herstructurering via de WHOA hoger zal zijn dan bij een faillissement.

Om een verlenging van de afkoelingsperiode te realiseren, dient de herstructureringsdeskundige tevens in zijn verzoek aannemelijk te maken dat er belangrijke vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van het akkoord. Dat is het geval volgens de herstructureringsdeskundige; nagenoeg alle voorbereidingen voor het kunnen aanbieden van een akkoord zijn getroffen: (i) er is intensief overleg met alle betrokken stakeholders, (ii) de klassenindeling is bekend, (iii) er is een dataroom voorbereid waarin na aanbieding van het akkoord de (financiële) bijlagen kunnen worden ingezien en (iv) het opstellen van deze bijlagen is (nagenoeg) afgerond.

Ook heeft de herstructureringsdeskundige een liquiditeitsbegroting aangedragen, waaruit blijkt dat ADO Den Haag tot 1 november aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Het enige obstakel dat nog tussen ADO Den Haag en een akkoord in ligt, is het vinden van een investeerder. Op dit onderwerp zullen wij aan het einde van dit blog verder ingaan.

De rechtbank gaat er in de beoordeling van de verzoeken ten eerste van uit dat de feiten en omstandigheden die aan haar eerdere beschikking van 25 mei jl. (ECLI:NL:RBDHA:2021:5316) tot afkondiging van de afkoelingsperiode ten grondslag hebben gelegen, zich nog steeds voordoen. Ook vindt de rechtbank dat door de herstructureringsdeskundige voldoende aannemelijk is gemaakt dat er belangrijke vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van het akkoord. De rechtbank verlengt daarop de afkoelingsperiode. Dat doet zij niet met vier maanden tot 1 december 2021 zoals verzocht, maar met drie maanden tot 1 november 2021. Dit omdat uit de overgelegde liquiditeitsbegroting volgt dat ADO Den Haag in ieder geval tot 1 november aan haar financiële verplichtingen kan voldoen.

Een tweede verzoek om paulianabescherming
De gemeente Den Haag is bereid om een overbruggingskrediet van EUR 500.000 aan ADO Den Haag ter beschikking te stellen, waarbij onder marktconforme voorwaarden (een rente van 15% en tegen verstrekking van zekerheden) een tijdelijk liquiditeitstekort wordt gefinancierd. ADO Den Haag heeft geschetst dit krediet alleen te zullen gebruiken, indien er zicht is op een WHOA-akkoord. Daarnaast heeft de club gesteld vanaf november 2021 het krediet nodig te hebben om aan haar lopende verplichtingen te kunnen blijven voldoen.

Aangezien deze rechtshandeling aangetast zou kunnen worden in geval van een faillissement van ADO Den Haag met de faillissementspauliana (artikel 42 Fw), heeft ADO Den Haag de rechtbank op de voet van artikel 42a Fw (paulianabescherming) verzocht om een machtiging om de kredietovereenkomst met de gemeente aan te gaan. In een eerdere blog van deze reeks zijn wij al ingegaan op de vereisten van artikel 42a Fw.

De rechtbank gaat niet mee in het verzoek om paulianabescherming. Van belang in dat kader is dat uit de liquiditeitsbegroting van ADO Den Haag blijkt dat er pas op zijn vroegst vanaf november 2021 gebruik van de kredietovereenkomst hoeft te worden gemaakt. Aangezien een machtiging op grond van artikel 42a Fw niet alleen geldt voor het aangaan van de kredietovereenkomst, maar ook voor het gebruik daarvan, dient de rechtbank zich bij het afgeven van deze machtiging te baseren op de feiten en omstandigheden die zich voordoen op het moment dat de gevolgen van de rechtshandeling zich doen gelden (en dus (ook) op het moment dat het krediet daadwerkelijk wordt gebruikt).

Dat kan hier niet, aangezien ADO Den Haag pas in november 2021 van het krediet van de gemeente gebruik zal hoeven te maken en de feiten en omstandigheden dan heel anders kunnen zijn. Bovendien is niet duidelijk onder welke voorwaarden en zekerheden het krediet zal kunnen worden aangewend. De rechtbank kan daarom niet de beoordeling maken of de belangen van de schuldeisers met het aangaan van het krediet gediend zijn en of geen individuele schuldeisers wezenlijk in hun belangen worden geschaad.

Overigens wijst de rechtbank er nog op dat ADO Den Haag volgens haar liquiditeitsbegroting in de maand november 2021 een bedrag van EUR 87.640 tekort komt om aan haar lopende verplichtingen te kunnen voldoen, terwijl ADO Den Haag verzoekt om machtiging om een krediet van EUR 500.000 aan te gaan.

Na de procedure over paulianabescherming omtrent de transfer van de voetballer Milan van Ewijk naar SC Heerenveen, is dit de tweede keer dat ADO Den Haag nul op het rekest krijgt van de rechtbank. Hoewel wij kunnen begrijpen dat een verkregen machtiging voor het aangaan van het krediet comfort kan geven aan de betrokken stakeholders, vinden wij het oordeel van de rechtbank niet verrassend. Daartoe was het verzoek van ADO Den Haag prematuur en te weinig concreet.

Huidige situatie omtrent de overname van ADO Den Haag
De situatie verandert snel bij ADO Den Haag. Daar waar eerst een investeringsgroep bestaande uit Haagse vastgoedondernemer Jeroen Lentze, clubicoon Martin Jol en enkele anonieme investeerders, op pole position lag voor overname van ADO Den Haag, is de situatie nu weer anders.

Afgelopen vrijdag 10 september 2021 om 16.00 uur verliep het overnamevoorstel van de Groep Lentze/Jol zonder dat daarop is ingegaan. Van belang is dat De Groep Lentze/Jol als onderdeel van een mogelijke deal ook het stadion van de gemeente Den Haag wil overnemen. Hoewel dat al langer bekend was, heeft burgemeester Jan van Zanen van Den Haag in een brief van 8 september jl. geschreven dat de aankoop van het stadion een nieuwe bovendien complexe vraag is die uitzoekwerk en tijd vraagt. Tijd lijkt nu de grootste tegenstander van ADO Den Haag geworden te zijn. ADO Den Haag zal namelijk haar KNVB-licentie verliezen, indien er medio oktober nog geen garantstelling van EUR 5 miljoen op tafel ligt bij de KNVB. 

Conclusie
De rechtbank neemt de liquiditeitsbegroting van ADO Den Haag tot uitgangspunt voor haar oordelen. ADO Den Haag kan tot 1 november a.s. zelfstandig aan haar lopende verplichtingen voldoen. Daar wordt de uiterste termijn van de verlengde afkoelingsperiode op afgestemd, nadat de herstructureringsdeskundige aannemelijk heeft gemaakt dat er belangrijke vooruitgang in het WHOA-traject is geboekt.

De rechtbank kan dan het verzoek tot paulianabescherming voor het aangaan van een kredietovereenkomst met de gemeente Den Haag niet inhoudelijk toetsen, aangezien ADO Den Haag nu nog voldoende liquiditeiten heeft en aanspraak op het betreffende krediet niet aan de orde is tot in november 2021.

Voor ADO Den Haag wordt de komende periode cruciaal. Niet alleen met betrekking tot het slagen van de WHOA procedure, maar ook in bredere zin. Indien er medio oktober 2021 geen garantstelling van EUR 5 miljoen beschikbaar is, dan verliest ADO Den Haag haar KNVB licentie.

--
Deze tekst verscheen eerder als blog op Herstructurering & Recovery Online (HERO), HERO, Ruud Brunninkhuis en Sjoerd Warringa 2021 / B-074