Internationaal

Internationale praktijkgroepen

31-03-2017

De versterkte positie van de curator

In een column in het blad Mr. schreef Ruud Brunninkhuis over de versterkte positie van de curator het volgende. Het ministerie van Veiligheid en Justitie is sinds 2012 bezig met het wetgevingsprogramma ‘Herijking faillissementsrecht’. Dit wetgevingsprogramma vordert gestaag. Een van de pijlers waaruit het wetgevingsprogramma bestaat, bestrijding van faillissementsfraude, is bijna afgerond. Tot deze fraudepijler behoren drie wetsvoorstellen, waarvan er twee op 1 juli 2016 in werking zijn getreden: de Wet civielrechtelijk bestuursverbod en de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude. Het derde wetsvoorstel van deze fraudepijler, de Wet versterking positie curator, is onlangs op 21 maart door de Eerste Kamer aangenomen. De verwachting is dat deze wet spoedig, mogelijk per 1 juli aanstaande, in werking zal treden.

Maar hoe ziet deze versterkte positie van de curator er nou uit? Van belang is dat de curator tot wettelijke taak krijgt om te onderzoeken of er sprake is van onregelmatigheden die het faillissement (mede) hebben veroorzaakt, de vereffening van de failliete boedel bemoeilijken of het faillissementstekort hebben vergroot. De curator krijgt aldus een fraudesignalerende taak. Indien er fraude wordt gesignaleerd, kan de curator − na afstemming met de rechter-commissaris – hiervan melding of aangifte doen bij de bevoegde instanties. De curator zal hiervan verslag moeten doen in het faillissementsverslag.

De positie van de curator wordt voorts versterkt doordat de inlichtingen- en medewerkingsplicht van de gefailleerde wordt uitgebreid: de curator moet gevraagd én ongevraagd door de gefailleerde worden ingelicht over voor het faillissement relevante feiten en omstandigheden. Ook moet de curator worden geïnformeerd over het bestaan van eventuele buitenlandse activa, zoals vastgoed en banktegoeden, en moet daartoe alle medewerking worden verleend. Bij een faillissement van een rechtspersoon, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap gelden deze verplichtingen ook voor (indirect) bestuurders, commissarissen, vennoten en voor feitelijk bestuurders en voor personen die deze functie hadden in de drie jaar voorafgaande aan het faillissement. De gefailleerde dient de administratie direct aan te leveren en deze ook leesbaar te maken via encryptiesleutels. Ook komt op accountants de verplichting te rusten om de administratie van de gefailleerde die zij onder zich hebben, desgevraagd aan de curator ter beschikking te stellen.

De wet is van toepassing op faillissementen die na de inwerkingtreding ervan zijn uitgesproken. Er is dus geen sprake van een directe werking.

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Key contacts

Ruud Brunninkhuis

Senior Associate | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Gerelateerd nieuws