Internationaal

Internationale praktijkgroepen

04-01-2016

Property fund management nu vrijgesteld van BTW - property management niet

Op grond van Europese regelgeving is het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen vrijgesteld van btw. De achtergrond van deze vrijstelling is dat de Europese wetgever belegging via een beleggingsinstelling in fiscaal opzicht gelijk wil stellen aan rechtstreekse belegging.

Het Europese Hof van Justitie heeft nu bevestigd dat deze btw-vrijstelling niet afhankelijk is van de activiteiten waarin het beleggingsfonds investeert, en dat ook het beheer van fondsen die zich bezig houden met de aankoop, het beheer en de verkoop van vastgoed is vrijgesteld van btw. Voorwaarde daarbij is dat het gaat om beleggingsinstellingen en fondsbeheerders die aan bijzonder overheidstoezicht zijn onderworpen.

Fund management vs property management

De vrijstelling is alleen van toepassing op de beheersactiviteiten die specifiek ten behoeve van het fonds worden verricht. In het geval van vastgoedfondsen zal het daarbij gaan om de aan- en verkoop van het vastgoed en om activiteiten van administratieve aard, zoals het opstellen van rendementsprognoses.

Deze beheersactiviteiten moeten volgens het Hof worden onderscheiden van de feitelijke exploitatie van het vastgoed zelf, zoals de verhuur en het onderhoud van het vastgoed, en het onderhouden van het contact met de huurders. Deze feitelijke exploitatie, waarmee wordt beoogd het belegde vermogen te behouden en in waarde te doen stijgen, is volgens het Hof niet specifiek voorbehouden aan het beleggen via een beleggingsinstelling, en is om die reden niet vrijgesteld van btw. Het Hof maakt hiermee dus onderscheid tussen fund management, dat vrijgesteld is van btw, en property management, dat belast blijft.

Advocaat-Generaal
Interessant is dat het Hof hiermee afwijkt van het advies dat Advocaat-Generaal Kokott eerder over de zaak uitbracht. Kokott overwoog in haar conclusie dat de vrijstelling uit de richtlijn weliswaar alleen gold voor de handelingen die specifiek waren voor de activiteit van het beleggingsfonds, maar dat de waarde van het vastgoed alleen in stand kon worden gehouden als het vastgoed ook feitelijk werd geëxploiteerd. Dit bracht de Advocaat-Generaal tot de conclusie dat ook de feitelijke exploitatie van het vastgoed vrijgesteld moest zijn. Wat daar ook van zij, de beslissing van het Hof is dat fondsbeheerders hun management fee - voor zover dat betrekking heeft op het fund management - voortaan zonder btw aan de (gereguleerde) beleggingsfondsen in rekening moeten brengen.

Gevolgen van de uitspraak
Voor fondsen die beleggen in huurwoningen is dit goed nieuws. Voor deze vastgoedfondsen vormde de btw namelijk altijd een niet-verrekenbare kostenpost. Voor andere vastgoedfondsen is de uitspraak van het Hof minder gunstig. Nu zijn het namelijk de fondsbeheerders die met niet-verrekenbare btw-kosten blijven zitten. Het laat zich raden dat fondsbeheerders deze extra kosten in een verhoging van hun management fees tot uitdrukking zullen laten komen. Dit zal per saldo een negatieve invloed hebben op het beleggingsrendement van de fondsen.

Om deze gevolgen te beperken, zouden de fondsbeheerders de management taken die zij tot nu toe extern inkochten voortaan zelf kunnen gaan uitvoeren. Daarmee zal de niet-verrekenbare btw voor de fondsbeheerders afnemen, en zal ook de noodzaak om de fees te verhogen afnemen. Ook is denkbaar dat de fondsen ervoor kiezen om voortaan rechtstreeks met externe toeleveranciers te contracteren. De btw-vrijstelling van de fondsmanagers zou daarmee voor een deel ‘onschadelijk' kunnen worden gemaakt.

In ieder geval zullen (gereguleerde) fondsbeheerders voortaan een onderscheid moeten zien te maken tussen de handelingen die zij specifiek verrichten voor de activiteiten van het fonds, en de handelingen die zij verrichten in het kader van de feitelijke exploitatie van het vastgoed. In de praktijk zal dit onderscheid nog wel eens lastig kunnen blijken.

Daarnaast is facturering zonder btw volgens de uitspraak van het Hof alleen toegestaan bij gereguleerde beleggingsinstellingen. Het is de vraag of de uitspraak ook gevolgen heeft voor bijvoorbeeld een fondsbeheerder die geregistreerd is bij de AFM, maar die gebruik maakt van een vrijstellingsregeling.

Hof van Justitie van de Europese Unie, zaak C-595/13 (Fiscale eenheid X N.V. c.s.)

Key contacts

Cees-Frans Greeven

Managing Partner | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)20 333 8390

Key contacts

Cees-Frans Greeven

Managing Partner | Advocaat
Stuur mij een e-mail
+31 (0)20 333 8390

Gerelateerd nieuws