Internationaal

Internationale praktijkgroepen

31-10-2023

Update - Belastingplan 2024

Vorige week stemde de Nederlandse Tweede Kamer over het Belastingplan 2024. In deze Tax alert bespreken we de meest relevante amendementen die door de Tweede Kamer zijn aangenomen. Voor een toelichting op het Belastingplan 2024 verwijzen we naar onze Tax Alert | Belastingplan 2024. De plenaire behandeling in de Eerste Kamer van het Belastingplan 2024 en de amendementen staat gepland op 11 en 12 december met stemming op 19 december. Tijdens deze behandeling in de Eerste Kamer kunnen geen wijzigingen meer worden aangebracht.

Verhoging belastingtarief aanmerkelijk belang en sparen en beleggen
Om verschillende kosten, waaronder de verhoging van het minimumloon te dekken is een amendement van de Wet inkomstenbelasting 2001 aangenomen om het belastingtarief voor aanmerkelijk belang en het belastingtarief voor sparen en beleggen te verhogen. De aanmerkelijkbelangregeling geldt (kort gezegd) voor iedere natuurlijke persoon die 5% of meer van de aandelen van een lichaam houdt. Inkomsten uit aanmerkelijk belang (box 2) worden per 1 januari 2024 belast tegen een tarief van 33%, een stijging van 2% ten opzichte van 31% in 2023. Op Prinsjesdag is voorgesteld om het belastingtarief op sparen en beleggen (box 3) te verhogen van 32% naar 34%. Door het amendement wil de Tweede Kamer het belastingtarief verder verhogen naar 36% per 1 januari 2024.

Afschaffing inkoopfaciliteit dividendbelasting voor beursgenoteerde ondernemingen
In hetzelfde amendement als hierboven beschreven, is ook gestemd voor het schrappen van de inkoopfaciliteit van eigen aandelen door een beursgenoteerde onderneming. In beginsel is dividendbelasting verschuldigd over de inkoop van aandelen voor zover de inkoop boven het gemiddeld gestort bedrag op die aandelen uitkomt. De Wet op de dividendbelasting 1965 voorziet in een vrijstelling van dividendbelasting voor beursgenoteerde entiteiten bij de inkoop van eigen aandelen. Mocht het voorstel door de Eerste Kamer aangenomen worden, zal de inkoop van aandelen tegen een hogere prijs dan het gemiddeld op de aandelen gestorte kapitaal door beursgenoteerde vennootschappen worden belast tegen hetzelfde tarief als de uitkering van dividenden, namelijk tegen 15%. De afschaffing van deze vrijstelling zou per 1 januari 2025 van kracht moeten worden.

Verlaging maximumbedrag Wet excessief lenen bij eigen vennootschap
In het verleden kon een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang in een Nederlandse vennootschap een lening aangaan bij zijn vennootschap zonder inkomstenbelasting te betalen, zolang de lening kon worden terugbetaald. Volgens de nieuwe regels die per dit jaar van toepassing zijn, wordt een Nederlandse vennootschap die direct of indirect een lening verstrekt van meer dan EUR 700.000 aan het einde van het fiscale boekjaar aan een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang in die crediteur, wordt geacht een fictief regulier voordeel te genieten voor zover het bedrag van de lening EUR 700.000 te boven gaat. De referentiedatum voor dit jaarbedrag is vastgesteld op 31 december 2023. Aangezien de afschaffing van giftenaftrek voor de vennootschapsbelasting niet doorgaat, wil de Tweede Kamer de kosten dekken door het maximumbedrag voor excessief lenen te verlagen naar EUR 500.000.

Aanpassing 30%-regeling
In het kader van het Belastingplan 2024 heeft de Tweede Kamer op 27 oktober ingestemd met last-minute wijzigingen in de 30%-regeling per 1 januari 2024. Afgesproken is om de belastingvrije som gedurende de maximale looptijd van 5 jaar geleidelijk af te bouwen van 30% naar 10%. Dit komt boven op het eerdere voorstel om de belastingvrije som te maximeren op een salaris van 233.000 euro. Bestaande 30% situaties vallen buiten het toepassingsgebied. Een andere wijziging is de afschaffing van de mogelijkheid om te opteren voor de partiële buitenlandse belastingplicht waarbij inkomsten uit zogenoemde aanmerkelijke belangen (box 2) en inkomsten uit sparen en beleggen (box 3) worden uitgesloten van belastingheffing gedurende de looptijd van de 30%-regeling. Deze soorten inkomsten moeten vanaf 2024 worden opgegeven in de aangifte inkomstenbelasting. Bij wijze van overgangsregeling kan in bestaande situaties de status van niet-ingezeten belastingplichtige blijven gelden gedurende 2025 en 2026. De amendementen zullen waarschijnlijk onderhevig zijn aan een zwaar debat in de Eerste Kamer, die de wijzigingen nog moet goedkeuren.

Key contacts

IJsbrand Uljée

Senior Associate | Belastingadviseur
Stuur mij een e-mail
+ 31 (0)20 333 8390

Walter Honing

Associate | Belastingadviseur
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Jitze de Beer

Associate | Belastingadviseur
Stuur mij een e-mail
+31 (0)20 333 83 90

Key contacts

IJsbrand Uljée

Senior Associate | Belastingadviseur
Stuur mij een e-mail
+ 31 (0)20 333 8390

Walter Honing

Associate | Belastingadviseur
Stuur mij een e-mail
+31 (0)70 318 4200

Jitze de Beer

Associate | Belastingadviseur
Stuur mij een e-mail
+31 (0)20 333 83 90

Volg ons! 
Subscribe newsletter LinkedIn

Gerelateerd nieuws